Inhoudsopgave
Advertenties
Toepassing A
Voormontage op de as:
412.64
412.63
54-3.60
472.60
Fig. 21
Voormontage op de as, toepassing A
1. As van ronde dichtingen (412.64) en (412.63) voorzien.
Let op: O-ring 412.64 enkel beschikbaar bij FL 55 en 75.
2. Alleen bij bouwvorm FL 130:
Vaste bus van cilinderpennen voorzien. Daarbij de cilinder-
pennen in het midden positioneren, zie hiervoor de „Door-
snede" in de bijgevoegde documenten.
3. Let op: verwisselen van beide vaste bussen. Materiële scha-
de bij het gebruik van de pomp door blokkeren of schuren
van de verdringers. Vaste bussen zijn toegewezen aan de
aandrijvings- of de gelijkloopas. Zie Hoofdstuk 10.9.1 „Marke-
ring in acht nemen", pagina 18.
►
Gemarkeerde vaste bus (54-3.60) op de bijbehorende as
schuiven.
4. Glijdring (472.60) op de as schuiven.
5. Alleen bij bouwvorm FL 130:
Glijdring en vaste bus met cilinderpennen op de as bevesti-
gen. Op de „Doorsnede" zijn de cilinderpennen gekenmerkt
met het nummer 562.61.
Voormontage van het pomphuis:
477.60
412.60
101
520.60
412.62
Fig. 22
Voormontage in de pompbehuizing en eindmontage op de as, toepassing A
475.60
412.65
904.60
47-2.60
6. Veer (477.60) op GLRD-behuizing (47-2.60) schuiven en
met schroefdraadpen (904.60) borgen.
Let op: onvolledige, instabiele montage. Materiële schade
bij het gebruik van de pomp.
Controleren of de schroefdraadpen in de
►
pompbehuizing (101) grijpt om als verdraaibeveiliging te
dienen.
7. GLRD-behuizing van ronde dichtingen (412.65) en (412.60)
voorzien.
8. Tegenring (475.60) in GLRD-behuizing plaatsen.
Aanwijzing: tegenring met excenter bij het aanbrengen
lichtjes draaien tot hij precies kan worden ingezet.
9. GLRD-behuizing in pompbehuizing (101) plaatsen.
10. Pompbehuizing op de assen plaatsen en tegen de transmis-
siekast schuiven.
11. Let op: pompbehuizing ligt niet plat op de transmissiekast.
Materiële schade door vertrokken pompbehuizing.
►
Pompbehuizing afhankelijk van de bouwvorm met de
volgende verbindingen aan de transmissiekast schroe-
ven:
Bouwvorm FL: dopmoeren aan de transmissiekast
Bouwvorm FK: inbusschroeven in de pompbehuizing.
Eindmontage op de as:
12. Alleen bij bouwvorm FL 100/130:
Huls (520.60) van cilinderpennen voorzien. Daarbij de cilin-
derpen volledig in de huls steken. Zie „Doorsnede".
13. Ronde dichting (412.62) in de huls plaatsen.
14. Huls op de as plaatsen.
Alleen bij de bouwvorm FL 100/130: erop letten dat de cilin-
derpennen in de passende groeven van de as grijpen.
15. Einde van de montage van de asafdichting door het aan-
brengen van de verdringers, zie Hoofdstuk 10.9.3 „Verdringers
monteren", pagina 22.
19
Advertenties
Inhoudsopgave
