Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Pompcapaciteit - Grundfos ALPHA1 L Installatie- En Bedieningsinstructies

Verberg thumbnails Zie ook voor ALPHA1 L:
Inhoudsopgave

Advertenties

6.4 Pompcapaciteit

Afbeelding
19
laat door middel van curven de relatie zien tussen pompinstelling en pompcapaciteit.
H
Afb. 19 Pompinstelling in relatie tot pompcapaciteit
Instelling
Pompcurve
Constante curve of constant
I
toerental I
Constante curve of constant
II
toerental II
Constante curve of constant
III
toerental III
Radiatorverwarmingsmodus
(proportionele drukcurve)
Vloerverwarmingsmodus
(constante drukcurve)
14
I
Functie
De pomp draait op een constant toerental en daardoor op een constante curve.
Bij toerental I is de pomp ingesteld om onder alle omstandigheden op de minimale curve
te werken.
De pomp draait op een constant toerental en daardoor op een constante curve.
Bij toerental II is de pomp ingesteld om onder alle omstandigheden op de tussenliggende
curve te werken.
De pomp draait op een constant toerental en daardoor op een constante curve.
Bij toerental III is de pomp ingesteld om onder alle omstandigheden op de maximale curve
te werken. Snelle ontluchting van de pomp kan tot stand worden gebracht door de pomp
korte tijd op toerental III in te stellen.
Het werkpunt van de pomp zal naar boven of beneden verschuiven op een proportionele
drukcurve naar gelang de warmtevraag in het systeem.
De opvoerhoogte (druk) daalt bij een dalende warmtevraag en stijgt bij een stijgende
warmtevraag.
Het werkpunt van de pomp zal naar buiten of binnen verschuiven op een constante druk-
curve naar gelang de warmtevraag in het systeem.
De opvoerhoogte (druk) wordt constant gehouden, onafhankelijk van de warmtevraag.
III
II
Q

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave