6.2.3 Constante curve of constant toerental, I, II of III
Bij werking met constante curve of constant toerental werkt de
pomp met een constante curve. De pompcapaciteit volgt de gese-
lecteerde capaciteitscurve, I, II of III. Zie afb.
lecteerd.
H
Afb. 14 Constante curve/toerentalcurve
De keuze van de instelling voor constante curve/constant toeren-
tal hangt af van de kenmerken van het betreffende verwarmingsy-
steem.
6.2.4 Pompinstelling voor één-pijps verwarmingssystemen
Aanbevolen en alternatieve pompinstellingen:
Systeem-
Aanbevolen besturings-
type
modus
Constante curve of con-
Verwar-
stant toerental, I, II of III.
mingssyste-
Zie paragraaf
men met één
6.2.3 Constante curve of
pijp
constant toerental, I, II of
III.
6.2.5 Pompinstelling voor huishoudelijke
warmwatersystemen
Aanbevolen en alternatieve pompinstellingen:
Systeem-
Aanbevolen bestu-
type
ringsmodus
Constante curve of con-
stant toerental, I, II of III.
Huishoude-
Zie paragraaf
lijk warmwa-
6.2.3 Constante curve of
tersysteem
constant toerental, I, II of
III.
6.2.6 Verandering van aanbevolen naar alternatieve
pompinstelling
Verwarmingssystemen zijn relatief langzame systemen die niet
binnen enkele minuten of uren op het optimale bedrijf kunnen
worden ingesteld.
Als de aanbevolen pompinstelling niet de gewenste warmtedistri-
butie geeft in de kamers van het huis, wijzig dan de pompinstel-
ling naar het getoonde alternatief.
6.3 Regelsignaal
De pomp kan worden geregeld via een digitaal PWM-laagspan-
ningssignaal (pulsbreedtemodulatie).
Het blokvormige PWM-signaal is ontworpen voor een frequentie-
bereik van 100 tot 4,000 Hz. Het PWM-signaal wordt gebruikt
voor het selecteren van het toerental (opdracht speed) en als
feedbacksignaal. De PWM-frequentie voor het feedbacksignaal is
vast ingesteld op 75 Hz in de pomp.
Voor instructies voor het instellen van de verbinding, raadpleegt u
paragraaf
7.1 Het PWM-ingangssignaal
Inschakelduur
d % = 100 x t/T
Voorbeeld
Classificatie
T = 2 ms (500 Hz)
U
t = 0,6 ms
U
d % = 100 x 0,6 / 2 = 30 % I
iH
12
14
waar II is gese-
Q
Alternatieve bestu-
ringsmodus
Geen alternatieven
Alternatieve bestu-
ringsmodus
Geen alternatieven
instellen.
= 4-24 V
iH
≤ 1 V
iL
≤ 10 mA (afhankelijk van U
iH
Voorbeeld
U
iH
U
iL
Afb. 15 PWM-signaal
Afkorting
T
d
U
iH
U
iL
I
iH
6.3.1 Interface
De interface van de pomp bestaat uit een elektronisch onderdeel
dat het externe regelsignaal verbindt met de pomp. De interface
vertaalt het externe signaal naar een signaaltype dat de micro-
processor kan begrijpen.
Bovendien zorgt de interface ervoor dat de gebruiker niet in con-
tact kan komen met gevaarlijke spanningen bij aanraking van de
signaaldraden als een voeding is verbonden met de pomp.
Opmerking: "Signaalref." is een signaalreferentie zonder verbin-
ding met randaarde.
PWM-uitvoer
Signaalref.
PWM-invoer
Afb. 16 Schematische tekening, interface
)
T
t
Beschrijving
Tijdsperiode [sec.]
Inschakelduur [t/T]
Ingangsspanning van hoog niveau
Ingangsspanning van hoog niveau
Ingangsstroom van hoog niveau
Galvanische isolatie
+
-