Inhoudsopgave
Advertenties
7 Indicator Diagnostiek
1 . 1 verschijnt.
3.
Druk op de PRINT toets.
) 2 1 verschijnt. Druk op de PRINT toets en
vervolgens op UNITS om het onderdeelnummer en
revisieniveau van de software in uw indicator in te
bekijken.
Druk op de SELECT toets om terug te keren naar
) 2 1 .
4.
Druk op de UNITS toets. . .
. * % 5 verschijnt. Dit is de displaytestoptie.
5.
Druk op de PRINT toets om een dynamische test van de
display uit te voeren.
6.
Druk op de ZERO toets om de dynamische test te
beëindigen.
7.
Druk op de UNITS toets. . .
2 1 1 ) & verschijnt. Dit is de toetsentestoptie.
8.
Druk op de PRINT toets om een toetsentest uit te
voeren. Elke toets die u indrukt, wordt op de display
weergegeven om te bevestigen dat de toets juist
functioneert.
9.
Druk op de ZERO toets om de toetsentest te beëindigen.
2 1 1 ) & verschijnt.
10. Druk op de UNITS toets. . .
. - % verschijnt. Dit is seriële testoptie. Verbind de
TX- en RX-lijn met elkaar om de seriële poort te testen.
Ga verder met stap 11.
11. Druk op de PRINT toets om de seriële test te starten.
Het woord * . . verschijnt op de display indien de
seriële poort juist functioneert. Indien er een probleem is,
toont de display % .
12. Druk op de ZERO toets om de seriële test te verlaten.
. - % verschijnt.
72
7.1 Indicator Testfuncties
E1005 Bedieningsinstructies
Advertenties
Inhoudsopgave
