5.4 SETUP-submenu (menu instellen)
Het beelscherm toont kort 2 . 5 en keert daarna terug
naar * - & 1 .
4.
Druk op de UNITS-toets.
1 5 * verschijnt. Gebruik dit om de manier in te stellen
waarop u het targetgewicht voor de
controlewegenapplicatie instelt. U heeft twee keuzes:
LIMIT en SPL (steekproef).
LIMIT – U voert de boven- en ondergrenzen voor uw
voorwerp in en de indicator gebruikt deze waarden voor
de werking van de display.
SPL – U gebruikt een correct gewicht-'product' op de
schaal om het targetgewicht in te stellen. De indicator
gebruikt dit gewicht voor de werking van de display. De
boven- en ondergrenzen zijn automatisch respectievelijk
1 schaalverdeling boven en onder het targetgewicht.
Elke gekleurde displaygradatie is gelijk aan 1
schaalverdeling. Het TARGET-lampje blijft branden als
het gewicht ±1 schaalverdeling van het targetgewicht
bedraagt.
5.
Wissel tussen de keuzen door op de TARE of UNITS-
toets te drukken. Druk op de F1-toets wanneer uw keuze
verschijnt.
1 5 * verschijnt.
6.
Druk op de UNITS-toets.
% - verschijnt. Gebruik deze optie om alle informatie
die voor deze applicatie is opgeslagen te wissen.
WAARSCHUWING - Doe dit alleen wanneer u zeker
weet dat u de informatie permanent wilt verwijderen!
U kunt desgewenst het rapport afdrukken voordat u alle
informatie wist. Zie stap 2 hierboven.
7.
Druk op de F1-toets.
. 2 -
8.
Druk op de ZERO-toets om het opslaanproces af te
breken of druk op de F1-toets om alle informatie te
wissen.
E1005 Bedieninginstructies
"
verschijnt.
5 Supervisormenu
41