5
Instrumentconfiguratie
Operator and Patient Information (Informatie over gebruiker en patiënt)
Scherm 4 van 5
Choose which to record during a
strip test - geeft u de mogelijkheid
om te kiezen welke informatie over
het monster u bij een strip test wilt
registreren: Color and Clarity
(kleur en helderheid), Color only
(alleen de kleur), Clarity only
(alleen de helderheid) of None
(geen informatie over het monster).
Scherm 5 van 5
Custom Field - hier kunt u het
aangepaste veld een naam geven
voor het aanpassen van de
gegevensinvoer.
Als u het aangepaste veld een
naam wilt geven, raakt u het vak
Enter Custom Field aan.
Het volgende scherm is Enter
Custom Field. Voer met de
toetsenborden een naam in voor
een "vrij" veld (bijv. Naam van de
arts). Raak Enter aan om terug te
keren naar het scherm Custom
Settings.
Zie hoofdstuk 2, Interactie met
het aanrakingsscherm, als u meer
wilt weten over het gebruik van de
toetsenbordschermen.
5-8