Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Siemens Clinitek Status Gebruikershandleiding pagina 113

Inhoudsopgave

Advertenties

10
Appendices
Appendix E: Systeemoverzicht en werkingsprincipe
terwijl de testlijn zich alleen vormt
als er hCG in het monster
aanwezig is.
Beschrijving van interne
controles
Als de analyser wordt aangezet,
doorloopt het instrument een serie
elektronische, signaal- en
geheugencontroles en
controleert het of er voldoende
voeding in de batterijen zit om het
instrument te gebruiken (als het op
batterijen werkt).
Elke keer als er een urinestrip
wordt afgelezen, zet het instrument
de tafel in de juiste stand en
controleert het de elektronica en de
signalen. Vervolgens leest het de
referentiewaarden af van de witte
kalibratiebalk op de testtafel. Deze
waarden worden afgelezen op alle
zes golflengtes en worden dan
gebruikt voor het bepalen van de
monsterwaarden.
De testtafel met de teststrip wordt
in het instrument getrokken nadat
de juiste plaatsing van de teststrip
is bevestigd. De testtafel schuift
dan geheel in het instrument en het
luikje gaat dicht. Alle testblokjes
worden tegelijk op alle zes
golflengtes afgelezen. De test- en
referentiewaarden worden dan
gebruikt voor het bepalen van de
aanwezigheid en/of de hoeveelheid
van elk bestanddeel in het
urinemonster.
Elke keer als er een cassette wordt
afgelezen, zet het instrument de
tafel in de juiste stand en
controleert het de elektronica en de
signalen. Vervolgens leest het de
referentiewaarden af van de witte
kalibratiebalk op de testtafel. De
waarden worden opgenomen op
twee golflengtes (525 nm en
845 nm) en worden dan gebruikt
voor het bepalen van de
monsterwaarden.
De tafel en de cassette worden het
instrument ingetrokken en de
aanwezigheid van de cassette
wordt bevestigd. De tafel schuift
dan helemaal het instrument in, het
luikje gaat dicht en het
afleesgebied van de cassette wordt
op twee golflengtes gescand. De
test- en referentiewaarden worden
dan gebruikt voor het bepalen van
de aan- of afwezigheid van hCG in
het urinemonster.
Verschillen tussen het menselijk
oog en het optisch systeem van
het instrument
Er zijn inherente verschillen tussen
de kleuren die het menselijk oog
ziet en die het optische systeem
van het instrument detecteert. Het
menselijk oog kan minieme
verschillen in tint en zeer kleine
kleurplekken zien, terwijl het
optisch systeem van het instrument
minder gevoelig is voor dergelijke
veranderingen. Het optisch
systeem van het instrument kan
10-13

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave