3. Hef de houten steunbalk zo dicht bij de oplegger als mogelijk,
maar laat een marge van ± 10 cm (± 4 inches).
4. Plaats de veiligheidspinnen in de gaten voor de
hoogteregeling.
5. Nu is de oplegger beveiligd, en kan de trekker wegrijden.
2. Correct verwijderen van de veiligheidsschraag:
De veiligheidsschraag mag pas verwijderd worden, nadat het werk volledig werd
afgerond. Let erop dat er zich geen personen of voertuigen in de oplegger bevinden,
wanneer je de veiligheidsschraag verwijdert.
1. Duw de hendel naar omhoog, zodat de wielen weer de grond
raken.
2. Verwijder de veiligheidsschraag vanonder de oplegger.
3. Haal de veiligheidspinnen uit de gaten voor de hoogteregeling.
Wanneer de bovenvermelde instructies niet opgevolgd worden, dan kan dit
resulteren in ernstige en/of fatale verwondingen en/of ernstige schade aan het
materiaal.
15/20