Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Een Aangepaste Parkeerstand Instellen; Een Andere Radarbron Selecteren; Radarmodus Wijzigen; Stuurautomaat - Garmin GPSMAP 8000 Series Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor GPSMAP 8000 Series:
Inhoudsopgave

Advertenties

3
Als de afwijking van de peiling meer dan +/- 1° bedraagt, stelt
u de boegcorrectie in.
De boegcorrectie instellen
Om de boegcorrectie te kunnen instellen, moet u eerst de
potentiële boegcorrectie meten.
De instelling van de boegcorrectie die voor één radarmodus
wordt opgegeven, geldt voor alle andere radarmodi en voor de
radaroverlay.
1
Selecteer op een radarscherm of de radaroverlay Menu >
Radar instellen > Installatie > Voorkant boot.
2
Selecteer Voor of Achter om de correctie in te stellen.

Een aangepaste parkeerstand instellen

Als u meer dan één radar op uw boot hebt, moet u het
radarscherm weergeven voor de radar die u wilt aanpassen.
Standaard wordt de radarantenne loodrecht op het voetstuk
gestopt wanneer de radar niet draait. U kunt deze positie
wijzigen.
1
Selecteer in het radarscherm Menu > Radar instellen >
Installatie > Antenneconfiguratie > Parkeerstand.
2
Gebruik de schuifregelaar om de parkeerstand van de
antenne aan te passen en selecteer Back.

Een andere radarbron selecteren

1
Selecteer een optie:
• Selecteer op een radarscherm of de radaroverlay Menu >
Radar instellen > Bron.
• Selecteer Instellingen > Communicatie >
Voorkeursbronnen > Radar.
2
Selecteer de radarbron.

Radarmodus wijzigen

1
Selecteer in een combinatiescherm of SmartMode lay-out
met radar Menu > Radarmenu > Wijzig radar.
2
Selecteer een radarmodus.

Stuurautomaat

WAARSCHUWING
U kunt de stuurautomaatfunctie alleen gebruiken op een station
dat nabij een roer, gashendel of roerbesturing is geïnstalleerd.
U bent verantwoordelijk voor de veilige en voorzichtige besturing
van uw vaartuig. De stuurautomaat is een hulpmiddel waarmee
u de boot beter kunt besturen. Dit ontheft u echter niet van uw
verantwoordelijkheid om de boot veilig te besturen. Voorkom
gevaarlijke navigatie en zorg ervoor dat het roer nooit
onbemand is.
Wees altijd in staat om snel de handmatige besturing van uw
boot over te nemen.
Oefen de bediening van de stuurautomaat op kalm en open
water dat vrij is van gevaren.
Wees voorzichtig met het bedienen van de stuurautomaat in de
buurt van gevaren op het water, zoals dokken, palen en andere
boten.
De stuurautomaat past voortdurend de besturing van uw boot
aan om een constante koers (vaste voorliggende koers) aan te
houden. Het systeem maakt tevens handmatige besturing en
verschillende modi voor automatische stuurfuncties en patronen
mogelijk.
Als de kaartplotter verbonden is met een compatibel Garmin
stuurautomaatsysteem kunt u de stuurautomaat vanaf de
kaartplotter aanzetten en aansturen.
Voor meer informatie over Garmin stuurautomaatsystemen gaat
u naar www.garmin.com.
36

Het stuurautomaatscherm openen

Voordat u het stuurautomaatscherm kunt openen, moet u een
compatibele Garmin stuurautomaat installeren en configureren.
Selecteer A/V, meters, bed. > Autopiloot.

Het stuurautomaatscherm

Werkelijke koers
Gewenste koers (koers waarop de stuurautomaat aan het varen is)
Werkelijke koers (in de stand-bymodus)
Gewenste koers (wanneer ingeschakeld)
Roerpositieaanduiding (deze functionaliteit is alleen beschikbaar
indien er een roersensor is aangesloten).

De grootte van de koerswijzigingstappen aanpassen

1
Selecteer vanuit het stuurautomaatscherm Menu >
Stuurautomaat instellen > Koerswijzig.stap.
2
Selecteer een optie.

De spaarstand instellen

Het is mogelijk om het niveau van roeractiviteit aan te passen.
1
Selecteer vanuit het stuurautomaatscherm Menu >
Stuurautomaat instellen > Powermodus-instellingen >
Spaarstand.
2
Selecteer een percentage.
Door een hoger percentage te selecteren, nemen de
roeractiviteit en koersprestaties af. Hoe hoger het
percentage, hoe verder er van koers wordt afgeweken
voordat de stuurautomaat dit corrigeert.
TIP: Als u in onrustig zeewater bij lage snelheden het
percentage voor de Spaarstand verhoogt, neemt de
roeractiviteit af.
Shadow Drive
inschakelen
OPMERKING: De functie Shadow Drive is alleen beschikbaar
op hydraulische stuursystemen.
Selecteer in het stuurautomaatscherm Menu >
Stuurautomaat instellen > Shadow drive > Aan.

Overlaybalk voor de stuurautomaat

Werkelijke koers
Gewenste koers (koers waarop de stuurautomaat aan het varen is)
Werkelijke koers (in de stand-bymodus)
Gewenste koers (wanneer ingeschakeld)

De stuurautomaat inschakelen

Wanneer u de stuurautomaat inschakelt, neemt de
stuurautomaat de roerbediening over en houdt de voorliggende
koers van uw boot aan.
Selecteer vanuit een willekeurig scherm Inschakelen.
Stuurautomaat

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Gpsmap 8500 series

Inhoudsopgave