• Als u het SmartMode symbool wilt wijzigen, selecteert u
Naam en symbool > Symbool en kiest u vervolgens een
nieuw symbool.
• Als u het aantal getoonde functies en de lay-out van het
scherm wilt wijzigen, selecteert u Indeling en vervolgens
een optie.
• Als u de functie van een gedeelte van het scherm wilt
wijzigen, selecteert u het te wijzigen venster en kiest u
vervolgens een functie in de rechts weergegeven lijst.
• Sleep de pijlen naar een nieuwe locatie om te wijzigen
hoe de schermen worden gesplitst.
• Als u de gegevens wilt veranderen die op de pagina en in
de extra gegevensbalken worden weergegeven, selecteert
u Overlays en selecteert u een optie.
• Als u een gedeelte van het SmartMode scherm aan een
voorinstelling wilt toewijzen, selecteert u Voorinstel. >
Incl. en selecteert u een voorinstelling in de lijst aan de
rechterkant.
Een SmartMode lay-out toevoegen
U kunt naar wens SmartMode lay-outs toevoegen. Elk wijziging
in een SmartMode lay-out voor het startscherm in een station
wordt weergegeven op alle schermen in het station.
1
Selecteer in het startscherm SmartMode™ > Menu > Voeg
layout toe.
2
Selecteer een optie:
• Als u de naam van de lay-out wilt wijzigen, selecteert u
Naam en symbool > Naam, voert u een nieuwe naam in
en selecteert u OK.
• Als u het SmartMode symbool wilt wijzigen, selecteert u
Naam en symbool > Symbool en kiest u vervolgens een
nieuw symbool.
• Als u het aantal getoonde functies en de lay-out van het
scherm wilt wijzigen, selecteert u Indeling en vervolgens
een optie.
• Als u de functie van een gedeelte van het scherm wilt
wijzigen, selecteert u het te wijzigen venster en kiest u
vervolgens een functie in de rechts weergegeven lijst.
• Sleep de pijlen naar een nieuwe locatie om te wijzigen
hoe de schermen worden gesplitst.
• Als u de gegevens wilt veranderen die op de pagina en in
de extra gegevensbalken worden weergegeven, selecteert
u Overlays en selecteert u een optie.
• Als u een gedeelte van het SmartMode scherm aan een
voorinstelling wilt toewijzen, selecteert u Voorinstel. >
Incl. en selecteert u een voorinstelling in de lijst aan de
rechterkant.
Een nieuwe combinatiepagina maken
U kunt naar wens een aangepaste combinatiepagina maken.
1
Selecteer Combinaties > Menu > Voeg combo toe.
2
Selecteer een venster.
3
Selecteer een functie voor het venster.
4
Herhaal deze stappen voor elk venster op de pagina.
5
Sleep de pijlen om de venstergrootte aan te passen.
6
Houd een venster vast om het te rangschikken.
7
Houd een gegevensveld vast om nieuwe gegevens te
selecteren.
8
Selecteer Indeling en selecteer een lay-out.
De kaartplotter aanpassen
9
Selecteer Naam, voer een naam voor de pagina in en
selecteer OK.
10
Selecteer eerst Overlays en vervolgens de gegevens die u
wilt weergeven.
11
Selecteer OK als u klaar bent met het aanpassen van de
pagina.
Een combinatiepagina verwijderen
1
Selecteer Combinaties > Menu > Verwijder combo.
2
Selecteer een combinatie.
De gegevensoverlays aanpassen
Hiermee kunt u de gegevens aanpassen die op het scherm
worden weergegeven.
1
Selecteer een optie op basis van het type scherm dat u
bekijkt:
• In een volledige schermweergave selecteert u Menu >
Wijzig overlays.
• In een combinatiescherm selecteert u Menu > Wijzig
combo > Overlays.
• In een SmartMode scherm selecteert u Menu > Wijzig
lay-out > Overlays.
TIP: Als u snel gegevens in een overlayvak wilt wijzigen,
houdt u het overlayvak ingedrukt.
2
Selecteer een item waarvan u de gegevens en de
gegevensbalk wilt aanpassen:
• Als u de getoonde gegevens in een overlayvak wilt
wijzigen, selecteert u het overlayvak en de nieuwe
gegevens die u wilt weergeven. Selecteer vervolgens
Back.
• Als u de locatie en de lay-out van de gegevensoverlaybalk
wilt selecteren, selecteert u Gegevens en selecteert u een
optie.
• Als u tijdens het navigeren getoonde informatie wilt
aanpassen, selecteert u Navigatie en selecteert u een
optie.
• Als u andere gegevensbalken, zoals de mediabediening,
wilt inschakelen, selecteert u Bovenstang of Onderste
balk en selecteert u de benodigde opties.
3
Selecteer OK.
Lay-out van stations resetten
U kunt de lay-outs voor alle stations herstellen naar de
fabrieksinstellingen.
Selecteer Instellingen > Systeem > Stationsgegevens >
Herstel stations.
Voorinstellingen
Een voorinstelling is een verzameling instellingen waarmee u
het scherm of de weergave kunt optimaliseren. U kunt
specifieke voorinstellingen gebruiken om groepen instellingen te
optimaliseren voor uw activiteiten. Zo kunnen bepaalde
instellingen ideaal zijn voor het vissen en andere voor het varen.
Voorinstellingen zijn beschikbaar op bepaalde schermen, zoals
kaarten, echoloodweergaven en radarweergaven.
Selecteer Menu >
en selecteer de voorinstelling om een
voorinstelling te kiezen voor een compatibel scherm.
3