Aan de slag met de ActiveCaptain app
OPMERKING: De ActiveCaptain functie is alleen beschikbaar
op modellen met Wi‑Fi technologie.
U kunt een mobiel toestel met behulp van de ActiveCaptain app
verbinden met het GPSMAP toestel. Dankzij de app kunt u op
snelle en eenvoudige wijze communiceren met uw kaartplotter
en taken uitvoeren, zoals registreren, gegevens delen, de
toestelsoftware bijwerken en meldingen op uw mobiele toestel
ontvangen.
1
Selecteer ActiveCaptain op het GPSMAP toestel.
2
Selecteer op de ActiveCaptain pagina Wi-Fi netwerk > Wi-
Fi > Aan.
3
Voer een naam en een wachtwoord in voor dit netwerk.
4
U kunt de ActiveCaptain app via de app store op uw mobiele
toestel installeren en openen.
5
Breng het mobiele toestel binnen 32 m (105 ft.) van het
GPSMAP toestel.
6
Ga naar de instellingen van uw mobiele toestel, open de
pagina met Wi‑Fiverbindingen en breng een verbinding met
het Garmin toestel tot stand aan de hand van de naam die en
het wachtwoord dat u hebt ingevoerd in het Garmin toestel.
Software bijwerken met de ActiveCaptain
app
Als uw toestel over Wi‑Fi technologie beschikt, kunt u de
nieuwste software-updates voor uw toestel downloaden en
installeren via de ActiveCaptain app.
Bij software-updates dient de app mogelijk grote bestanden te
downloaden. Gebruikelijke datalimieten of -kosten van uw
internetprovider kunnen van toepassing zijn. Neem contact op
met uw internetprovider voor meer informatie over datalimieten
of -kosten.
De installatie kan enkele minuten duren.
1
Verbind het mobiele toestel met het GPSMAP toestel
de slag met de ActiveCaptain app, pagina
2
Selecteer Software Updates > Download als er een
software-update beschikbaar is en u toegang hebt tot internet
op uw mobiele toestel.
De ActiveCaptain app downloadt de update naar het mobiele
toestel. Als u de app opnieuw verbindt met het GPSMAP
toestel, wordt de update naar het toestel overgezet. Nadat
het overzetten voltooid is, wordt u gevraagd de update te
installeren.
3
Selecteer een optie om de update te installeren als het
GPSMAP toestel u daarom vraagt.
• Selecteer OK om de software onmiddellijk bij te werken.
• Selecteer Annuleer om de update uit te stellen. Selecteer
ActiveCaptain > Software-updates > Installeer nu als u
de update wilt installeren.
Kaarten bijwerken met ActiveCaptain
U kunt de nieuwste kaartupdates voor uw toestel downloaden
en overzetten via de ActiveCaptain app. U bespaart ruimte op
uw mobiele toestel en op de ActiveCaptain kaart, en u verkort
de downloadtijd als u de ActiveCaptain app gebruikt om alleen
de gebieden van de kaart te downloaden die u nodig hebt.
Als u een volledige kaart downloadt, kunt u de Garmin Express
app gebruiken om de kaart naar een geheugenkaart te
downloaden. Met de Garmin Express app kunt u grote kaarten
sneller downloaden dan met de ActiveCaptain app. Ga voor
meer informatie naar garmin.com/express.
Communicatie met draadloze toestellen
LET OP
5).
Voor kaartupdates dient de app mogelijk grote bestanden te
downloaden. Gebruikelijke datalimieten of -kosten van uw
internetprovider kunnen van toepassing zijn. Neem contact op
met uw internetprovider voor meer informatie over datalimieten
of -kosten.
1
Verbind het mobiele toestel met het GPSMAP toestel
de slag met de ActiveCaptain app, pagina
2
Selecteer OneChart > My Charts als er een kaartupdate
beschikbaar is en u toegang hebt tot internet op uw mobiele
toestel.
3
Selecteer de kaart die u wilt bijwerken.
4
Selecteer het gebied dat u wilt downloaden.
5
Selecteer Download.
De ActiveCaptain app downloadt de update naar het mobiele
toestel. Als u de app opnieuw verbindt met het GPSMAP
toestel, wordt de update naar het toestel overgezet. Als de
overdracht is voltooid, zijn de bijgewerkte kaarten klaar voor
gebruik.
Communicatie met draadloze
Met de kaartplotters kunt u een draadloos netwerk opzetten,
waar draadloze toestellen een verbinding mee kunnen maken.
Voordat u een Wi‑Fi netwerk kunt opzetten, dient u de
kaartplotter te verbinden met een Wi‑Fi adapter.
Verbinding met draadloze toestellen biedt u de mogelijkheid om
Garmin apps, zoals ActiveCaptain, te gebruiken.
Wi‑Fi netwerk
Het Wi‑Fi draadloos netwerk instellen
Met de kaartplotters kunt u een Wi‑Fi netwerk opzetten,
waarmee draadloze toestellen verbinding kunnen maken. Als u
(Aan
de instellingen voor het draadloze netwerk voor het eerst opent,
wordt u gevraagd om het netwerk in te stellen.
1
Selecteer Instellingen > Communicatie > Wi-Fi netwerk >
Wi-Fi > Aan > OK.
2
Voer zo nodig een naam in voor dit draadloze netwerk.
3
Voer een wachtwoord in.
U hebt dit wachtwoord nodig om via een draadloos toestel
toegang te krijgen tot het draadloze netwerk. Het wachtwoord
is hoofdlettergevoelig.
Een draadloos toestel verbinden met de kaartplotter
Voordat u een draadloos toestel kunt verbinden met het
draadloze netwerk van de kaartplotter, moet u het draadloze
netwerk van de kaartplotter configureren
netwerk instellen, pagina
U kunt meerdere draadloze toestellen verbinden met de
kaartplotter om gegevens te delen.
1
Schakel op het draadloze toestel de Wi‑Fi technologie in en
scan naar draadloze netwerken.
2
Selecteer de naam van het draadloze netwerk van uw
kaartplotter
(Het Wi
3
Voer het netwerkwachtwoord in.
Het draadloze kanaal wijzigen
™
U kunt het draadloze kanaal wijzigen als u een toestel niet kunt
vinden, verbindingsproblemen hebt, of hinder hebt van
interferentie.
1
Selecteer Instellingen > Communicatie > Wi-Fi netwerk >
Geavanceerd > Kanaal.
2
Voer een nieuw kanaal in.
LET OP
5).
toestellen
(Het Wi
5).
‑ Fi draadloos netwerk instellen, pagina
(Aan
‑ Fi draadloos
5).
5