U kunt een koers naar een bestemming instellen en deze volgen
met behulp van een van de volgende drie methoden: Ga naar,
Route naar, of Auto Guidance.
Ga naar: Brengt u direct naar uw bestemming. Dit is de
standaardoptie om naar een bestemming te navigeren. De
kaartplotter tekent een rechte koers- of navigatielijn naar de
bestemming. De route kan over land en andere obstakels
lopen.
Route naar: Berekent een route van uw locatie naar een
bestemming, met de mogelijkheid om koerswijzigingen aan te
brengen. Met deze optie kunt u een rechte koers uitzetten
naar de bestemming en zo nodig koerswijzigingen in de route
aanbrengen om land en andere obstakels te vermijden.
Auto Guidance: Maakt gebruik van de kaartgegevens en
ingevoerde gegevens over uw boot om de beste
doorvaartroute naar uw bestemming te bepalen. Deze optie
is alleen beschikbaar bij gebruik van een compatibele
premiumkaart op een compatibele kaartplotter. Een wending-
voor-wending navigatieroute naar de bestemming wordt
aangegeven, waarbij land en andere obstakels worden
vermeden
(Auto Guidance, pagina
Als u een compatibele Garmin stuurautomaat gebruikt die op
de kaartplotter is aangesloten via NMEA 2000
stuurautomaat de Auto Guidance route.
OPMERKING: In sommige gebieden is Auto Guidance
beschikbaar bij premiumkaarten.
Elementaire navigatievragen
Vraag
Hoe kan ik ervoor zorgen dat
de kaartplotter mij in de
richting wijst waarin ik wil gaan
(peiling)?
Hoe kan ik ervoor zorgen dat
het toestel een rechte koers
(met minimale koersafwij-
kingen) naar een locatie vaart,
waarbij de kortste weg vanaf
de huidige locatie wordt
gevolgd?
Hoe kan ik ervoor zorgen dat
het toestel obstakels op de
kaart vermijdt bij het navigeren
naar een locatie?
Hoe kan ik ervoor zorgen dat
het toestel gebruikmaakt van
mijn stuurautomaat?
Kan het toestel een route voor
me maken?
Hoe kan ik de instellingen voor
Auto Guidance wijzigen voor
mijn boot?
Bestemmingen
U kunt bestemmingen selecteren met behulp van verschillende
kaarten en 3D-kaartweergaven, of met behulp van de lijsten.
Bestemming zoeken op naam
U kunt op naam zoeken naar opgeslagen waypoints,
opgeslagen routes, opgeslagen sporen en watersportdiensten.
1
Selecteer Info > Diensten > Zoek op naam.
2
Voer ten minste een deel van de naam van de bestemming
in.
3
Selecteer OK indien nodig.
14
16).
, volgt de
®
Antwoord
Navigeer met Ga naar
(Een directe
koers instellen en volgen met behulp
van Ga naar, pagina
15).
Stel een route in die uit één routedeel
bestaat en navigeer langs deze route
met behulp van Route naar
(Een route
vanaf uw huidige locatie maken en
navigeren, pagina
15).
Stel een route in die uit meerdere
routedelen bestaat en navigeer langs
deze route met behulp van Route naar
(Een route vanaf uw huidige locatie
maken en navigeren, pagina
15).
Navigeer met behulp van Route naar
(Een route vanaf uw huidige locatie
maken en navigeren, pagina
15).
Als u beschikt over premiumkaarten
die Auto Guidance ondersteunen en u
bevindt zich in een gebied met dekking
voor Auto Guidance, navigeer dan met
Auto Guidance
(Een Auto Guidance
route instellen en volgen, pagina
Zie
Configuraties van Auto Guidance
routes, pagina
17.
De 50 dichtstbijzijnde bestemmingen die met uw zoekcriteria
overeenkomen, worden weergegeven.
4
Kies de bestemming.
Een bestemming selecteren op de navigatiekaart
Selecteer uw bestemming op de navigatiekaart.
Zoeken naar een watersportdienstbestemming
OPMERKING: In sommige gebieden is deze functie
beschikbaar bij premiumkaarten.
De kaartplotter bevat informatie over duizenden bestemmingen
waar watersportdiensten worden aangeboden.
1
Selecteer Info > Diensten.
2
Selecteer Buitengaatsdiensten of Binnenlandse diensten.
3
Selecteer indien nodig een watersportdienstcategorie.
De kaartplotter geeft een lijst met de dichtstbijzijnde posities
en de afstand en peiling tot deze posities weer.
4
Selecteer een bestemming.
U kunt Volgende pagina of Vorige pagina selecteren om
extra informatie of de positie op een kaart weer te geven.
Stoppen met navigeren
Selecteer tijdens het navigeren een optie in de navigatiekaart
of viskaart:
• Selecteer Menu > Navigatie stoppen.
• Wanneer u met Auto Guidance navigeert, selecteert u
Menu > Navigatieopties > Navigatie stoppen.
Via-punten
Via-punten zijn locaties die u vastlegt en in het toestel opslaat.
Met via-punten kunt u markeren waar u bent, waar u naartoe
gaat of waar u bent geweest. U kunt details over de locatie
toevoegen, zoals naam, hoogte en diepte.
Uw huidige positie als waypoint markeren
Selecteer vanuit een willekeurig scherm Mark.
Een via-punt op een andere positie maken
1
Selecteer Info > Gebruikersgegevens > Via-punten >
Nieuw via-punt.
2
Selecteer een optie:
• Om het via-punt te maken door positiecoördinaten in te
voeren, selecteert u Voer coördinaten in en voert u de
coördinaten in.
• Om het via-punt te maken met behulp van een kaart,
selecteert u Gebruik kaart en daarna achtereenvolgens
de locatie en Select.
Een SOS-locatie markeren
U kunt een SOS- of MOB-locatie (Man-over-boord) markeren.
1
Houd SOS gedurende één seconde ingedrukt.
16).
2
Selecteer het SOS-type.
3
Selecteer zo nodig OK om naar de man-over-boord-locatie te
navigeren.
Als u OK hebt geselecteerd, zet de kaartplotter een directe
koers uit terug naar de locatie. Als u een ander type SOS hebt
geselecteerd, worden de oproepgegevens naar de marifoon
verzonden. U moet de oproep via de marifoon verzenden.
Een lijst met alle waypoints weergeven
Selecteer Info > Gebruikersgegevens > Via-punten.
Een opgeslagen waypoint bewerken
1
Selecteer Info > Gebruikersgegevens > Via-punten.
2
Selecteer een waypoint.
3
Selecteer Bekijk > Wijzig.
Navigatie met een kaartplotter