3.5 Stappen voor de installatie
3.5.1 Centrale montage
1.
Bevestig de feedbackhendel aan de positioner, bevestig met een schroef en M6 moer.
2.
Monteer de montagebeugel aan de achterzijde van de klepstandsteller door de feedbackhendel door de opening
in de beugel te voeren en zet hem vast met 4 M8 bouten en sluitringen.
3.
Monteer de feedbackpen op de feedbackpen-locator
en draai hem vast met een moer. Bevestig de
feedbackpen-locator aan de servomotorkoppeling met
M6-inbusbouten en zorg ervoor dat de feedbackpen
zich links van de middellijn van de servomotor bevindt.
4.
Sluit de luchttoevoer aan op de servomotor om de klep
in de middelste stand te zetten, zie Fig. 9.
5.
Monteer de klepstandsteller op de servomotor
en zorg er daarbij voor dat de feedbackpen in de
feedbackhendel grijpt en dat de spanveer zich aan
de juiste zijde van de feedbackpen bevindt, zie Fig. 8.
Beweeg de klepstandsteller omhoog of omlaag, zodat
de feedbackhendel horizontaal staat.
Bevestig de montagebeugel aan het juk van de servomotor
met een M8 schroef en een veerring (of een U-bout indien
van toepassing).
Identificatie van de apparatuur
A
Beugel
C
Hendel 20-30
Alleen EY3/PY3
D
Hendel 50-80
Alleen EY4/PY4
H
Locator 20-30
Alleen EY3/PY3
K
Locator 50-70
Alleen EY4/PY4
N
Pen
P
Veer
O
Afstandhouder
Alleen PY3/PY4
R
U-bout
Alleen UBC
S
M8 inbusbout
T
M8 zeskantbout
U
M8 veerring
V
M8 vulring
W
M8 moer
X
M6 inbusbout
Y
M5 moer
Z
Moer, veerring en schroef meegeleverd
met EP6/PP6 klepstandsteller
EP6 Gevaarlijke zone (Ex-goedgekeurd) Elektropneumatische klepstandsteller
14
Alleen UBC
Servomotorkoppeling
Verwijderen bij montage
van UBC
IM-P703-04-NL CTLS-UKn-06