TE INSPECTEREN
ITEMS
WIELEN
RADIATOR
MANCHETTEN
AANDRIJFAS
ZITTING(EN)
LADING
SERVICE- EN
BERGVAKKEN
CARROSSERIE EN
OPHANGING
Te doen voordat u de motor start (contact op AAN)
TE INSPECTEREN
ITEMS
MULTIFUNCTIONE-
LE METER
LICHTEN
________
Controleer de wielen op schade.
Controleer of de radiator schoon is.
Controleer de staat van de manchetten en beschermers van de
aandrijfas.
Controleer of de zitting van de bestuurder op zijn plaats staat en goed
vergrendeld is.
Controleer of de passagierszitting en de opbergkoffer correct zijn
aangebracht en bevestigd (2-UP-modellen).
Controleer de handgrepen en rugleuning van de passagier
(2-UP-modellen)
Respecteer de maximale belasting als u lading vervoert. Zorg ervoor dat
de lading goed aan de rekken wordt bevestigd.
Als u een aanhangwagen of iets anders gaat slepen:
– Controleer de staat van de trekhaak en bal.
– Respecteer het dissel- en sleepvermogen.
– Zorg ervoor dat de aanhangwagen correct aan de trekhaak wordt
bevestigd.
Controleer of het servicevak vooraan en het bergvak achteraan goed
zijn vergrendeld.
Kijk onder het voertuig of er vuil of stof op de carrosserie of ophanging
ligt en maak ze goed schoon.
Controleer de werking van de verklikkerlichtjes in de multifunctionele
meter (gedurende enkele seconden nadat het contact op AAN staat).
Controleer of er meldingen voorkomen op de multifunctionele meter.
Controleer of de koplampen en het achterlicht branden en schoon zijn.
Controleer de werking van de dim- en grootlichten.
Controleer de werking en properheid van de remlichten.
Controleer de werking en properheid van de richtingaanwijzers.
VEILIGHEIDSINFORMATIE
TE INSPECTEREN
TE INSPECTEREN
RIJDEN MET UW VOERTUIG
_______
49