1. Oliefilterschroeven
2. Oliefilterdeksel
3. O-ring
4. Oliefilter
Controleer de O-ring van het deksel en
vervang hem indien nodig.
Controleer de filterinlaat- en uitlaat op
verontreinigingen en reinig deze zo-
nes.
1. Inlaatboring van oliepomp naar oliefilter
2. Uitlaatboring naar het
motorolie-toevoersysteem
Wis eventueel gemorste olie van de
motor.
Smeer de rubber afdichting van een
nieuwe oliefilter met motorolie, om
een goede installatie te verzekeren.
Monteer de oliefilter.
Plaats de O-ring op het filterdeksel.
1. O-ring op zijn plaats
Schroef het oliefilterdeksel vast.
De
schroeven
10 N•m ± 1,2 N•m.
Breng de motorkap opnieuw aan.
Radiator
Radiatorinspectie
Controleer af en toe of de omgeving
van de radiator schoon is.
vmo2006-016-007_a
TYPISCH
1. Radiator
Inspecteer de radiator en slangen op
lekkage of andere schade.
______________
ONDERHOUDSPROCEDURES
aandraaien
tot
125