RIJDEN MET UW VOERTUIG
Wanneer u met een passagier rijdt heeft dit een grote invloed op de besturing van
uw voertuig, de stabiliteit en de remafstand. Matig uw snelheid altijd wanneer u
een passagier meeneemt. Voorzie een langere remafstand.
Op zand rijden is totaal verschillend van rijden door de sneeuw, in een bos of moe-
rasgebied. Elke locatie houdt specifieke moeilijkheden in en vereist specifieke
vaardigheden; bovendien is niet elke omgeving geschikt om met een passagier
te rijden. Schat de situatie goed in. Rijd altijd voorzichtig. Neem nooit onnodige
risico's, waardoor u of uw passagier zou kunnen vastlopen of gewond raken.
Ga er nooit van uit dat het voertuig overal veilig zal geraken. Door onverwachte ter-
reinveranderingen, zoals putten, laagtes, glooiingen, zachtere of hardere "grond"
of andere onregelmatigheden kan het voertuig kantelen of onstabiel worden.
Rijd traag en observeer altijd het terrein voor u om dit te voorkomen. Dreigt het
voertuig toch te kantelen of om te kiepen, dan kunt u beter onmiddellijk afstappen,
WEG van de richting waarin het voertuig kantelt!
Inspectie voor het vertrek
Voer voor ieder vertrek een inspectie uit om potentiële problemen on-
derweg voor te zijn. De inspectie voor het vertrek helpt u om slijtage en
aantasting van onderdelen op te sporen voordat die problematisch kunnen
worden. Remedieer voor u gaat rijden alle opgemerkte problemen om het
risico op een panne of ongeluk te vermijden. Raadpleeg indien nodig een
erkende Can-Am dealer.
Voer voordat u met dit voertuig gaat rijden steeds een controle uit aan de hand van
de checklist voor het vertrek.
Verhelp eventueel vastgestelde problemen alvorens te vertrekken. Raad-
pleeg indien nodig een erkende Can-Am dealer.
Checklist voor inspectie voor het vertrek
Te doen voordat u de motor start (contact op UIT)
TE INSPECTEREN
ITEMS
VLOEISTOFFEN
LEKKAGE
GASHENDEL
REMSLOT
BANDEN
_______
48
WAARSCHUWING
Controleer het brandstof-, motorolie- en koelvloeistofpeil.
Kijk of er onder het voertuig geen lekken zijn.
Geef meermaals gas om te controleren of de gashendel vlot werkt.
Deze moet terugkeren naar de stationaire stand wanneer u hem loslaat.
Schakel het remslot in en ga na of het goed werkt.
Controleer de spanning en de staat van de banden.
VEILIGHEIDSINFORMATIE
TE INSPECTEREN
_______