ONDERHOUDSPROCEDURES
Motorolie
Motoroliepeil
Controleer het peil re-
MERK OP
gelmatig en vul bij indien nodig.
Nooit te veel bijvullen. Een on-
juist oliepeil kan de motor/trans-
missie ernstig beschadigen als de
motor/transmissie wordt gebruikt.
Veeg gemorste olie weg.
OPMERKING: Voer terwijl u het mo-
toroliepeil controleert een visuele in-
spectie op lekken uit.
vmo2008-016-012_a
RECHTERKANT VAN DE MOTOR
1. Peilstok
Om het oliepeil te controleren plaatst u
het voertuig op een vlak oppervlak met
niet-draaiende, koude motor. Ga als
volgt te werk:
1. Schroef de peilstok los, verwijder
hem en wrijf hem schoon.
2. Plaats de peilstok terug en schroef
hem helemaal vast.
3. Verwijder de peilstok opnieuw en
lees het oliepeil af. Het zou zich bij
of op de bovenste markering moe-
ten bevinden.
______________
122
1. Vol
2. Toevoegen
3. Gebruiksbereik
Verwijder de peilstok om olie toe te
voegen. Steek een trechter in de buis
om morsen te voorkomen.
Voeg een beetje van de aanbevolen
olie toe en controleer het oliepeil op-
nieuw.
Herhaal de procedure hierboven tot
het oliepeil het bovenste merkteken
op de peilstok heeft bereikt. Nooit te
veel bijvullen.
Bevestig de peilstok correct.
Aanbevolen motorolie
Gebruik in de zomer het SYNTHE-
TISCH
XPS-OLIEMENGSEL
MERKWALITEIT) (STUKNR. 293 600
121).
Gebruik in de winter de SYNTHETI-
SCHE XPS-OLIE (ALLE SEIZOENEN)
(STUKNR. 293 600 112).
OPMERKING: De XPS-olie werd spe-
ciaal ontwikkeld en getest voor deze
zeer veeleisende motor.
(ZO-