Let op: Als de maairesultaten bij gebruik van de
weertimer niet optimaal zijn, kan het nodig zijn
om de schema-instellingen aan te passen.
Beperk het schema niet meer dan nodig is.
Controleer ook of de maaischijf schoon is en of
de messen in goede staat verkeren.
1.
Voer stappen 1-3 uit in
het menu op pagina 25 .
2.
Gebruik de pijltoetsen en de knop OK om de
Weertimer > Maaitijd te
menustructuur
doorlopen.
3.
Gebruik de pijltoetsen om de frequentie
Laag, Midden of Hoog te selecteren.
4.
Druk op de knop TERUG.
3.10.5 Tuindekking
Als het werkgebied afgelegen delen bevat die
met smalle doorgangen met elkaar zijn
Tuindekking handig om
verbonden, is de functie
alle delen van het gazon goed te maaien. Er
moet een geleidingsdraad worden geïnstalleerd
om de functies te kunnen gebruiken. U kunt
maximaal 3 afgelegen delen instellen.
Tuindekking volgt het product
Met de functie
eerst de geleidingsdraad, verlaat deze
vervolgens na een bepaalde afstand en begint
het gazon te maaien.
Gebied A, ongeveer 50%
Gebied B, ongeveer 30%
Gebied C, ongeveer 20%
A
3.10.5.1 GPS-ondersteunde navigatie
Alleen van toepassing op Automower
1440 - 003 - 09.03.2020
Toegang krijgen tot
C
B
®
315X.
Dankzij de GPS-ondersteunde navigatie kan het
product de optimale werking selecteren. Gebruik
de functie Tuindekking om handmatige
instellingen uit te voeren.
De GPS-ondersteunde navigatie instellen
Schakel de GPS-ondersteunde navigatie uit om
handmatige instellingen in
brengen.
Let op: Het wordt aanbevolen GPS-ondersteunde
navigatie te gebruiken.
1.
Voer stappen 1-3 uit in
het menu op pagina 25 .
2.
Gebruik de pijltoetsen en de knop OK om de
Installatie > Tuindekking te
menustructuur
doorlopen.
3.
Druk op de knop OK om de functie in of uit
te schakelen.
4.
Druk op de knop TERUG.
3.10.5.2 Functie Tuindekking instellen
1.
Voer stappen 1-3 uit in
het menu op pagina 25 .
2.
Gebruik de pijltoetsen en de knop OK om de
menustructuur
Installatie > Tuindekking >
Gebied 1-3 te doorlopen.
3.
Gebruik de pijltoets om het gebied te
selecteren.
4.
Druk op de knop OK.
5.
Meet de afstand van het laadstation naar het
begin van het gebied. Meet langs de
geleidingsdraad. Zie
laadstation meten op pagina 30 .
6.
Druk op de cijfertoetsen om de afstand te
selecteren.
7.
Druk op de knop OK.
8.
Gebruik de cijfertoetsen om het percentage
van de maaitijd te selecteren dat het product
het gebied moet maaien. Het percentage is
gelijk aan het gebied ten opzichte van het
volledige werkgebied.
a)
Meet het gebied.
b)
Deel het gemeten gebied door het
totale werkgebied.
c)
Zet het resultaat om in een percentage.
Tuindekking aan te
Toegang krijgen tot
Toegang krijgen tot
De afstand van het
Installatie - 29