®
in de Automower
Access-display van het product. Neem contact op met een Husqvarna-vertegenwoordiger bij u in
de buurt als dezelfde melding vaak wordt weergegeven. Zie
Melding
Oorzaak
Geen lussignaal
De netvoeding of de voedingskabel zijn niet
aangesloten.
De voeding of de laagspanningskabel zijn
beschadigd.
De begrenzingsdraad is niet aangesloten op
het laadstation.
De begrenzingsdraad is gebroken.
ECO-modus is geactiveerd en het pro-
De
duct heeft geprobeerd om buiten het laad-
station te starten.
De koppeling tussen het product en het
laadstation is verbroken.
De begrenzingsdraad is gekruist op het tra-
ject van en naar een eiland.
Storingen door metalen voorwerpen (hek-
werk, wapeningsstaal) of ondergrondse ka-
bels.
Het product bevindt zich te ver van de be-
grenzingsdraad.
Wielmotor geblok-
Er zit gras of iets anders rond het aandrijf-
keerd
wiel.
Probleem met wie-
laandrijving
Maaisysteem geblok-
Er is gras of een ander voorwerp om de
keerd
maaischijf gewikkeld.
De maaischijf ligt in een plas water.
1404 - 006 - 05.01.2021
Meldingen op pagina 35 voor meer informatie.
Actie
Controleer de status van de led op het laad-
station. Als de led niet brandt, betekent dit
dat er geen voeding is. Controleer de aan-
sluiting op het stopcontact en controleer te-
vens of er een aardlekschakelaar is geacti-
veerd. Controleer of de laagspanningskabel
is aangesloten op het laadstation.
Vervang de voeding of de laagspanningska-
bel.
Controleer of de aansluitklemmen van de be-
grenzingsdraad correct zijn aangesloten op
het laadstation. Vervang de connectoren in-
dien ze zijn beschadigd. Zie
draad installeren op pagina 25 .
Controleer het signaal van de LED op het
laadstation. Als de led een breuk in de be-
grenzingsdraad aangeeft, zoek dan waar de
breuk is. Vervang het beschadigde deel van
de lus met een nieuwe lusdraad en maak
een las met behulp van een originele koppe-
Breuken in de lusdraad opsporen op
ling. Zie
pagina 55 .
Plaats het product in het laadstation. Start
het product.
Plaats het product in het laadstation en gene-
reer een nieuw lussignaal. Zie
signaal maken op pagina 34 .
Controleer of de begrenzingsdraad correct is
De begrenzingsdraad instal-
gemonteerd. Zie
leren op pagina 25 .
Verplaats de begrenzingsdraad en/of maak
meer eilanden in het werkgebied om de sig-
naalsterkte te verhogen.
Verleg de begrenzingsdraad zodat alle on-
derdelen van het werkgebied zich minimaal
35 m / 115 ft. van de begrenzingsdraad be-
vinden.
Controleer het aandrijfwiel en verwijder het
gras of ander materiaal.
Controleer de maaischijf en verwijder het
gras of ander materiaal.
Verplaats het product en neem maatregelen
om het ophopen van water in het werkgebied
te voorkomen.
De begrenzings-
Een nieuw lus-
Probleemoplossing - 47