Inhoudsopgave
Advertenties
7.6
0° of 180° meting
Zowel de [1 x I] als de [5 x I] meting kunnen worden uitgevoerd voor 0° en 180°.
Herhaal de 1 x I en 5 x I metingen zoals hierboven, maar met het toestel ingesteld op 180°.
0° of 180° wordt gekozen met een druk op [0°/180°] en de grootste uitschakeltest voor elke test wordt vastgelegd.
7.7
Hellingtest
De uitschakelstroom van de differentieelschakelaar wordt gemeten door het toepassen van een teststroom van de
maximale stroom, en deze om de 200 ms te verhogen. Van zodra de differentieelschakelaar uitschakelt wordt de
stroom vastgelegd, en weergegeven in mA.
1. Selecteer de maximale stroom van de differentieelschakelaar met de bovenste bereikschakelaar.
2. Kies met de onderste bereikschakelaar voor HELLING
3. Druk op de knop [TEST].
4. De differentieelschakelaar moet schakelen, en de uitschakelstroom wordt weergegeven. Indien de
differentieelschakelaar niet uitschakelt wordt >***mA weergegeven, waarin *** mA de maximaal toegelaten
uitschakelstroom is; afhankelijk van het geselecteerde meetbereik.
7.8
DC gevoelige test van de differentieelschakelaar
Gelijkstroomgevoelige aardlekschakelaars worden op net dezelfde manier gemeten als standaard aardlekschakelaars.
De gebruikte RMS_stroom is ÷2 de maximale werkstroom van de differentieelschakelaar.
Net als bij normale aardlekschakelaars moeten deze worden getest bij 0° en bij 180°, of, in het geval van
gelijkstroomgevoelige aardlekschakelaars, positief en negatief.
7.9
Mogelijke oorzaken van fouten
Metingresultaten kunnen worden beïnvloed door het volgende:
1. Belangrijke bedrijfsfouten kunnen optreden indien belastingen, in het bijzonder roterende machines en capacitieve
eenheden, aangesloten blijven tijdens het testen.
2. Een slechte verbinding met het geteste circuit.
www.megger.com
(alleen LRCD220)
Testen van Aardlekschakelaars [RCDs]
(RAMP).
LRCD200-serie
21
Advertenties
Inhoudsopgave
