17.1 Stroomuitval
Tijdens een stroomuitval stijgt de
temperatuur in het apparaat, hierdoor
verkort de bewaartijd en de kwaliteit
van de diepvriesproducten vermin-
dert.
Opmerkingen
¡ Het apparaat tijdens een stroomuit-
val zo weinig mogelijk openen en
geen andere levensmiddelen inrui-
men.
¡ De kwaliteit van de levensmiddelen
onmiddellijk na de stroomuitval
controleren.
– Diepvriesproducten die ontdooid
en warmer dan 5 °C zijn, weg-
gooien.
– Licht ontdooide diepvriesproduc-
ten koken of bakken en ofwel
verbruiken of opnieuw invriezen.
17.2 Apparaatzelftest uitvoe-
ren
Het apparaat uitschakelen.
1.
→ Pagina 20
Haal de stekker van het apparaat
2.
uit het stopcontact.
De stekker van het netsnoer uit het
stopcontact trekken of de zekering
in de meterkast uitschakelen.
Het apparaat na 5 minuten op-
3.
nieuw elektrisch aansluiten.
Het apparaat inschakelen.
4.
→ Pagina 19
Binnen 2 minuten na het inschake-
5.
len
gedurende 10 seconden
ingedrukt houden tot er een akoes-
tisch signaal klinkt.
a De apparaatzelftest start.
a Tijdens de apparaatzelftest weer-
klinkt tussendoor een lang akoes-
tisch signaal.
a Als na het einde van de apparaat-
zelftest 2 akoestische signalen
weerklinken en de temperatuurindi-
catie de ingestelde temperatuur
toont, is uw apparaat in orde. Het
apparaat gaat over op de normale
werking.
a Als na het einde van de apparaat-
zelftest 5 akoestische signalen
weerklinken en de instellingsindi-
catie van het submenu
geeft, contact opnemen met de
service.
Opslaan en afvoeren
18 Opslaan en afvoeren
Hier krijgt u uitleg over de manier
Opslaan en afvoeren
waarop u het apparaat voorbereidt
voor de opslag. Daarnaast leggen we
u uit hoe u oude apparaten dient af
te voeren.
18.1 Apparaat buiten gebruik
stellen
Het apparaat uitschakelen.
1.
→ Pagina 20
Haal de stekker van het apparaat
2.
uit het stopcontact.
De stekker van het netsnoer uit het
stopcontact trekken of de zekering
in de meterkast uitschakelen.
Koppel het apparaat los van de
3.
drinkwateraansluiting.
Alle levensmiddelen verwijderen.
4.
De waterfilter uitbouwen.
5.
→ Pagina 32
Het apparaat reinigen.
6.
→ Pagina 35
Om de ventilatie van het interieur
7.
te waarborgen het apparaat geo-
pend laten.
Opslaan en afvoeren nl
aan-
45