Terminologie
Terminologie
In deze handleiding worden de volgende termen gebruikt.
AED
Hartstilstand
CPR
Defibrillatie
ECG
Fibrillatie
Hartaanval
Impedantie
Joule
Niet-schokbaar ritme
Patiënt
Hulpverlener
Schokbaar ritme
Gebruiker
Ventriculaire fibrillatie
Ventriculaire tachycardie
10
Automatische externe defibrillator. Een apparaat dat het hartritme
van de patiënt analyseert en een elektrische schok toedient als er
een schokbaar ritme wordt waargenomen.
Het stilvallen van het hart waardoor hartslag, pulsatie en
ademhaling stoppen.
Cardiopulmonaire resuscitatie. Hierbij wordt borstkascompressie
toegepast op een persoon met een hartstilstand. Door
borstkascompressie wordt bloed naar de rest van het lichaam
gepompt. Er kan ook beademing worden toegepast.
Toediening van een elektrische schok aan het hart om ventriculaire
fibrillatie op te heffen.
Elektrocardiogram. Een samengesteld beeld van wat er elektrisch
gezien in het hart gebeurt.
Chaotische activiteit van het elektrische systeem van het hart. Deze
aandoening kan zich in de atria of de ventrikels voordoen. Wanneer
de aandoening zich in de ventrikels voordoet, trillen deze snel en
chaotisch, waardoor ze geen bloed door het lichaam kunnen
pompen.
Een onduidelijke term die naar het afsterven van hartspierweefsel
verwijst als gevolg van een onderbreking van de bloedtoevoer.
Wordt vaak verward met een hartstilstand.
Weerstand tegen zich door het lichaam verplaatsende elektrische
stroom.
Maat voor de hoeveelheid energie die door een defibrillator wordt
afgegeven.
Een door de defibrillator waargenomen hartritme dat geen schok
nodig heeft, maar wellicht wel CPR.
In deze handleiding de persoon met een hartstilstand.
In deze handleiding de persoon die een patiënt met een
hartstilstand helpt. Wordt ook "gebruiker" genoemd.
Een door de defibrillator waargenomen hartritme dat een schok
nodig heeft, bijvoorbeeld bij ventriculaire fibrillatie.
In deze handleiding de persoon die een patiënt met een
hartstilstand helpt. Wordt ook "hulpverlener" genoemd.
Een levensbedreigend, chaotisch hartritme.
Snel hartritme dat in het ventrikel ontstaat.
LIFEPAK CR2 Defibrillator Gebruiksaanwijzing