• Het vermogen van zekeringen en kabels moet volgens de plaatselijke voorschriften
en bepalingen worden gekozen.
• Als onderbroken werking van de pomp wordt voorgeschreven, moet de pomp
worden uitgerust met monitorapparatuur die dergelijke werking ondersteunt.
• De thermische contactpunten/thermistors moeten in gebruik zijn.
Kabels
Volg de onderstaande vereisten op bij het installeren van kabels:
• De kabels moeten in goede staat verkeren en niet geknikt of bekneld zijn.
• De kabelmantel mag niet beschadigd zijn en mag geen deuken of markeringen in
reliëf hebben bij de kabelinvoer.
• De afdichtingsmof en -ringen van de kabelinvoer moeten overeenkomen met de
buitendiameter van de kabel.
• De minimale buigstraal mag niet onder de toegestane waarde zijn.
• Wanneer een kabel wordt hergebruikt, moet u ervoor zorgen dat de kabel altijd eerst
iets wordt ingekort zodat de kabelinvoermof niet op hetzelfde punt de kabel
vastklemt. Als de buitenhuls van de kabel beschadigd is, vervang dan de kabel. Neem
contact op met een plaatselijke verkoop- en servicevertegenwoordiger.
• Houd rekening met verlies van voltage in lange kabels. De nominale spanning van de
aandrijfeenheid is de spanning die wordt gemeten bij het kabelverbindingspunt in de
pomp.
• De afgeschermde kabel moet worden gebruikt volgens de Europese CE-vereisten als
een variabele-frequentieaandrijving (VFD) wordt gebruikt. Neem voor meer
informatie contact op met uw plaatselijke verkoop- en servicevertegenwoordiger
(VFD-leverancier).
• In het geval van SUBCAB-kabels moet de dubbeldraads koperfolie worden
bijgesneden.
Aarding
ELEKTRISCH GEVAAR:
• U moet de elektrische uitrusting aarden. Dit geldt zowel voor de pompuitrusting en
de aandrijving als voor de bewakingsapparatuur. Test de aardkabel om te controleren
of deze goed is aangesloten.
• Mocht de motorkabel namelijk per ongeluk worden losgetrokken, dan is de
aardedraad de laatste draad die uit de aansluitklem schiet. Zorg ervoor dat de
aardedraad langer is dan de fasedraden. Dit geldt voor beide uiteinden van de
motorkabel.
• Risico van elektrische schok of brandwonden. U moet een extra geaard-
(grond)beschermingsapparaat aan de geaarde aansluitingen bevestigen als personen
waarschijnlijk fysiek in aanraking komen met de pomp of de gepompte vloeistoffen.
Lengte van aardedraad
De aardegeleider moet 270mm (10,6 in) langer zijn dan de fasegeleiders in de
verdeeldoos van het apparaat.
Productspecifieke voorzorgsmaatregelen
ELEKTRISCH GEVAAR:
Deze informatie is alleen geldig voor producten van de standaardversie:
Voor een pomp met een niveauregelaar en een geaarde kabel: zorg dat de aarde wordt
aangesloten op het GC-aansluitpunt met een kabelschoen en één schroef. Sluit de
aardekabel aan vanaf de niveauschakelaar tot de andere schroef bij het GC-aansluitpunt.
Sluit de motorkabel aan op de pomp
Flygt 2640.082/.181/.281/.581 Handleiding voor installatie, bediening en onderhoud
Installatie
17