Mechanisch tillen
Maak altijd gebruik van de hijsogen wanneer het apparaat mechanisch wordt opgetild.
Temperatuurbereik voor transport, hantering en opslag
Hantering bij vorst
Bij temperaturen onder het vriespunt moet er zeer voorzichtig worden omgegaan met het
product en alle installatieapparatuur, inclusief de hijsuitrusting.
Zorg dat het product is opgewarmd tot een temperatuur boven het vriespunt voordat er
wordt opgestart. Vermijd het handmatig draaien van rotorblad/propeller bij temperaturen
onder het vriespunt. De aanbevolen methode voor het opwarmen van het apparaat is
onderdompeling in de vloeistof die zal worden gepompt of gemixt.
Opmerking:
Gebruik nooit open vuur om het apparaat te ontdooien.
Apparaat in geleverde toestand
Als de unit zich nog steeds in dezelfde toestand bevindt zoals deze uit de fabriek is
gekomen en alle verpakkingsmaterialen onaangetast zijn, is het acceptabele
temperatuursbereik tijdens transport, hantering en opslag: –50°C (–58ºF) tot +60°C
(+140ºF).
Als het apparaat is blootgesteld aan vorst, laat u het eerst de omgevingstemperatuur
bereiken van de put voordat u het apparaat in werking stelt.
Het apparaat uit vloeistof hijsen
Het apparaat is normaliter vorstbestendig tijdens werking of ondergedompeld in
vloeistof, maar het rotorblad en de asafdichting kunnen bevriezen als het apparaat in een
omgevingstemperatuur onder het vriespunt uit de vloeistof wordt getild.
Apparaten die zijn uitgerust met een intern koelsysteem worden gevuld met een mengsel
van water en 30% glycol. Dit mengsel blijft vloeibaar bij temperaturen tot -13 °C. Onder
-13 °C neemt de viscositeit dusdanig toe dat het glycolmengsel zijn
stroomeigenschappen verliest. Het glycol-watermengsel zal echter niet volledig stollen en
is daardoor niet schadelijk voor het product.
Volg deze richtlijnen om vorstschade te voorkomen:
1. Verwijder zo nodig alle gepompte vloeistof.
2. Controleer alle vloeistoffen die worden gebruikt voor smering of koeling, zowel olie
als water-glycolmengsels, op de aanwezigheid van water. Vervang indien nodig.
Flygt 2640.082/.181/.281/.581 Handleiding voor installatie, bediening en onderhoud
Transport en opslag
9