AUTOMATISCHE PORTIERVERGRENDELING TIJDENS HET RIJDEN
Bedenk eerst of u deze functie wilt ge-
bruiken of niet.
Inschakelen van de functie
Houd, met draaiende motor, de knop 1
ongeveer 5 seconden ingedrukt, tot u twee
opeenvolgende geluidssignalen hoort. Het
in de knop geïntegreerde controlelampje
licht op als de portieren vergrendeld zijn.
Uitschakelen van de functie
Druk met draaiende motor op de knop 1
gedurende 5 secondes, tot u een geluidssi-
gnaal hoort.
1.14
De werking van het systeem
Na het wegrijden, vergrendelen de portieren
automatisch als de auto de snelheid van on-
geveer 7 km/u heeft bereikt.
Bij een storing
Als het systeem niet goed werkt (geen auto-
matische vergrendeling) moet u eerst con-
1
troleren of alle portieren goed zijn gesloten.
Als ze goed gesloten zijn en het probleem
aanhoudt, raadpleeg dan een merkdealer.
Controleer ook of de vergrendeling niet per
ongeluk uitgeschakeld staat.
Raadpleeg in dat geval de inschakelproce-
dure.
Verantwoordelijkheid van de
bestuurder
Bedenk dat het rijden met ver-
grendelde portieren een be-
lemmering kan zijn voor hulpverleners in
geval van nood.