BINNENVERLICHTING
Binnenlichten
Met behulp van de schakelaars 1 of 3 krijgt
u:
– een constant brandende verlichting;
– een verlichting die gaat branden als één
van de portieren wordt geopend, De bin-
nenverlichting gaat alleen uit als de por-
tieren, waarop de verlichting reageert,
goed gesloten zijn;
– het onmiddellijk uitgaan.
(1/2)
1
2
Leesspots
(afhankelijk van de auto)
Kantel de schakelaar 3 voor een perma-
nente verlichting.
Bij de plaats van de passagier voorin, drukt
u op de schakelaar 2.
3
Verlichting bagageruimte A
(afhankelijk van de auto)
Kantel de schakelaar 4 voor een perma-
nente verlichting.
Het ontgrendelen en het openen van de
portieren en de achterklep zorgen voor
het tijdelijk branden van de binnenlich-
ten.
4
A
3.17