AUTOMATISCHE TRANSMISSIE
Bij een storing
– als tijdens het rijden de boodschap
"TRANSMISSIE CONTROLEREN" op
het instrumentenpaneel verschijnt, in
combinatie met het oplichten van het
©
lampje
, dan duidt dit op een sto-
ring.
Raadpleeg zo spoedig mogelijk een
merkdealer.
– als tijdens het rijden de boodschap
"TRANSMISSIE TE HEET" verschijnt
op het instrumentenpaneel, rijd dan met
matige snelheid en laat, als de verkeer-
somstandigheden het toelaten, de hendel
niet in stand D (ofR): ga altijd naar stand
N als u stil staat.
Raadpleeg zo spoedig mogelijk een
merkdealer.
– Slepen van een auto met een automa-
tische transmissie: raadpleeg de para-
graaf "slepen" in hoofdstuk 5.
2.44
(3/3)
Bijzondere omstandigheden
– Als door de helling van de weg of in
bochten de automatische werking niet
gehandhaafd kan worden (bijv.: in de
bergen), is het raadzaam om op hand-
matig schakelen over te gaan.
Hiermee voorkomt u het automatisch
achter elkaar schakelen door de versnel-
lingsbak bij stijgen en is het mogelijk op
de motor te remmen bij lange afdalingen.
– Om bij koud weer te voorkomen dat de
motor afslaat, raden wij u aan na het star-
ten van de motor even te wachten voor-
dat u de selecteurhendel verplaatst uit P
of N naar D of R.
Parkeren van de auto
Als de auto stilstaat, houdt u het rempedaal
ingedrukt en zet u de selecteurhendel in
stand P (parkeren): de transmissie staat in
neutraal en de voorwielen zijn mechanisch
geblokkeerd.
Zet de handrem vast.