zonder dat vorige patronen overdrukt worden. Voor de beste kwaliteit wanneer op stevige
velingevoerde media wordt afgedrukt, moet u het patroon ongeveer 20 cm van de rand plaatsen.
4.
Gebruik het bedieningspaneel om het patroon te positioneren, en druk vervolgens op Proceed
(Doorgaan).
De printer drukt het registratiepatroon af en vraagt u om de media door te voeren zodat u het kunt
inspecteren.
5.
Voer de media verder door op Move Belt Forward (Beweeg riem naar voren) te drukken, en druk
vervolgens op Proceed (Doorgaan).
Het bedieningspaneel laat deze prompt zien:
Bidi-registratie hoofd-1: 0
6.
Onderzoek het BiDi-registratiepatroon voor de huidige printkop en bepaal welk patroon het dichtst bij
perfecte uitlijning komt.
Gebruik een loep van de printer (10 X vergroting of hoger) om een patroon te selecteren, aangezien de
lijnen in de patronen soms moeilijk te zien zijn.
7.
Druk herhaaldelijk op de knoppen ▲- of ▼ op het bedieningspaneel totdat het nummer naast het
patroon dat het dichtst bij perfecte uitlijning komt wordt weergegeven.
Als bijvoorbeeld het patroon +2.0 het beste uitgelijnd is, drukt u op Proceed (Doorgaan) om het display
te veranderen in:
Bidi-registratie hoofd-1: +2
Als een printkop bijzonder slecht is uitgelijnd, kan het zijn dat er geen patroon in de uitlijning zit.
Aangezien de verticale balken nominaal gezien op vijf pixels afstand van elkaar staan, kunt u +10 of -10
aan een patroonnummer toevoegen om de gekleurde balken één zwarte balk naar links of rechts te
verplaatsen. U kunt als alternatief ook de BiDi-registratie herhaaldelijk uitvoeren waardoor de printkop
in kleinere vergrotingen beweegt, totdat de printkop is uitgelijnd.
8.
Druk op de knop ▲.
Het bericht op het bedieningspaneel vergroot het printkopnummer met één.
9.
Herhaal de stappen 4 tot en met 6 voor elk van de printkoppen.
Als u de registratiewaarden voor alle printkoppen hebt ingevoerd, wordt het volgende bericht op het
display van het bedieningspaneel weergegeven:
Registratie voltooid
X-kalibratie van printkop
Een nauwkeurige positionering van elke inktdruppel is van essentieel belang voor optimale afdrukkwaliteit.
Dit is alleen mogelijk als u alle printkoppen in de verzameling printkoppen met elkaar registreert in de
richting X (in de lengte van de plaat).
Dit proces bestaat uit twee delen.
●
Druk een registratiepatroon af.
●
Voer de X-registratiegegevens in voor elke printkop.
OPMERKING:
op pagina
51).
54
Hoofdstuk 7 De printer kalibreren
Dit is de handmatige versie van de AutoH2H-kalibratie (zie
Automatische kalibraties
NLWW