Om de algemene media-instellingen aan te passen, drukt u op Media > Wizard > Create Media Type
(Mediatype maken) > Proceed (Doorgaan) > selecteer het mediatype dat het meest op het nieuwe type
lijkt > Proceed (Doorgaan) > geef de naam van de media in > Proceed (Doorgaan) > Proceed (Doorgaan)
> Yes (Ja) > Change General Media Settings (Algemene media-instellingen wijzigen).
◦
Vacuum Fan Level (Vacuümniveau ventilator): past de hoeveelheid vacuüm aan van de
transportband voor media. Kijk naar de media terwijl de ventilatorsnelheid wijzigt. Als de media
omhoog komt van de transportband moet u de ventilatorsnelheid verhogen. Als de doorvoer van
de media lijkt te vertragen door het vacuüm moet u de ventilatorsnelheid verlagen.
◦
Feed Method (Invoermethode): Roll-fed (Rolingevoerd) (met optioneel invoer- en oppaksysteem)
of Cut Sheet (Gesneden vel).
◦
Weight (Gewicht): stelt de motor van de transportband voor media en de hoeveelheid door te
voeren media in om media te gebruiken die Light (Licht) (tot ) of Heavy (Zwaar) () is.
VOORZICHTIG:
maximale laadgewicht niet.
◦
Diverse instellingen
●
●
●
●
Specifieke instellingen voor de afdrukmodus: dit scherm laat u de instellingen wijzigen voor iedere
printmodus en kleurencombinaties voor alle aangepaste mediatypen. Zie
op pagina
Om de specifieke instellingen voor de afdrukmodus te wijzigen, drukt u op Media > Wizard > Create
Media Type (Mediatype maken) > Proceed (Doorgaan) > selecteer het mediatype dat het meest op het
nieuwe type lijkt > Proceed (Doorgaan) > geef de naam van de media in > Proceed (Doorgaan) >
Proceed (Doorgaan) > Yes (Ja) > View Print Mode Specific Settings (Specifieke instellingen voor de
afdrukmodus weergeven).
◦
Print Mode (Afdrukmodus): selecteer de afdrukmodus waarvan u de instellingen wilt wijzigen.
◦
Color Set(Kleurencombinatie): selecteer de kleurencombinaties waarvan u de instellingen wilt
wijzigen.
◦
Change Print Mode Specific Settings (Specifieke instellingen voor de afdrukmodus wijzigen):
wijzig de instellingen voor de afdrukmodus en kleurencombinatie die u hebt geselecteerd.
●
●
12
Hoofdstuk 2 Media configureren en laden
De in- en uitvoertafels kunnen een maximaal gewicht van aan. Overschrijd dit
Use Rollers (Rollers gebruiken): Stelt in of de in- en uitvoerrollers worden gebruikt (Yes (Ja))
of niet (No (Nee)) met de instellingen voor vlakke media (zie
op pagina
14). Als u Yes (Ja) selecteert, bewegen de rollers omlaag of omhoog als dat
nodig is om net boven het oppervlak van de media te blijven. Als u No (Nee) selecteert, gaan
de rollers naar hun hoogste positie en blijven ze daar.
Detectable to Printer (Detecteerbaar voor printer): Als u Yes (Ja) selecteert, worden de
mediasensor en afbeeldingssensor gebruikt. Als u No (Nee) selecteert, worden de
mediasensor en afbeeldingssensor niet gebruikt (bij heldere films bijvoorbeeld).
Geleidend : stelt in of de ioniserende staaf wordt gebruikt.
26voor een gedetailleerdere beschrijving van afdrukmodi en kleurencombinaties.
Uv-lampvermogen selecteren : een hoog lampvermogen vergroot het uithardingsvermogen
van de inkt, dit is belangrijk bij hoge snelheden en oudere lampen die hun intensiteit
verliezen; een lager vermogen vergroot de levensduur van nieuwere lampen.
Door de sluiter op de lamp te blinden, wordt het uv-licht van de lamp geblokkeerd waardoor
de inktdruppels meer kunnen verspreiden voordat ze uitharden en dit leidt tot glanzendere
afdrukken. Het kleurprofiel dat wordt gebruikt, moet hier rekening mee houden voor
nauwkeurige kleurafstemming.
Afdrukvertraging selecteren : een langere afdrukvertraging helpt de hitte te verspreiden bij
warmte-gevoelige substraten terwijl een kortere vertraging de afdrukdoorvoer versnelt.
Stevige media laden
Beschikbare afdrukmodi
NLWW