WAARSCHUWING
Zorg dat bij het parkeren de
bandwangen nergens langsaf
schuren.
Als u een stoeprand moet oprijden, doe het
dan zo langzaam mogelijk en rijd zo
mogelijk met de wielen onder een rechte
hoek het trottoir op.
Controleer de banden regelmatig op
scheuren, vreemde voorwerpen of
onregelmatige slijtage van het loopvlak.
Ongelijkmatige slijtage kan betekenen dat
de wieluitlijning niet meer aan de
specificaties voldoet.
Controleer iedere twee weken de
bandenspanning (inclusief het reservewiel)
wanneer de banden koud zijn.
GEBRUIK VAN
WINTERBANDEN
Bij het gebruik van winterbanden moet u
deze oppompen tot de bandenspanning
in de tabel met bandenspanning. Zie
Technische specificatie (bladzijde 185).
GEBRUIK VAN
SNEEUWKETTINGEN
WAARSCHUWINGEN
Rijd niet harder dan 50 km/u.
Rijd niet met sneeuwkettingen op
een sneeuwvrij wegdek.
Breng uitsluitend sneeuwkettingen
op de gespecificeerde banden aan.
Wanneer uw auto is uitgerust met
wieldeksels, verwijder deze dan
voordat u sneeuwkettingen
monteert.
Tourneo Courier/Transit Courier (C4A) Vehicles Built From: 19-06-2014, M1 Kombi/M1 Kombi Van/N1 Kombi/N1 Kombi Van/Van, ET7J-19A321-ABB (CG3621nlNLD) nlNLD, Edition date: 04/20
Velgen en banden
N.B.: Het antiblokkeersysteem blijft
normaal werken.
Gebruik alleen sneeuwkettingen met kleine
schakels van ca. 10 mm.
Monteer alleen sneeuwkettingen op de
voorwielen.
Auto's met stabiliteitsregeling
Wanneer de stabiliteitsregeling
ingeschakeld is, kan de auto enkele
ongebruikelijke rijeigenschappen vertonen.
Om deze te reduceren, schakelt u de
aandrijfregeling (traction control) uit. Zie
Gebruik maken van stabiliteitsregeling
(bladzijde 113).
BANDENSPANNINGCON-
TROLESYSTEEM
van de bandenspanning. U moet de
bandenspanning regelmatig controleren
met een bandenspanningsmeter. Als de
juiste bandenspanningen niet worden
aangehouden, kan het risico op een
klapband, verlies van controle, kantelen
van het voertuig en verwondingen
toenemen.
U moet de bandenspanning tweewekelijks
controleren (inclusief het reservewiel
indien van toepassing) wanneer de banden
koud zijn.
U moet de banden oppompen tot de juiste
bandenspanning.
175
WAARSCHUWING
Het controlesysteem lage
bandenspanning vormt geen
vervanging voor de manuele controle