Situatie/Probleem
De console geeft het
batterijpictogram weer
Het toestel werkt,
maar de telemetrische
hartslagmeting wordt niet
weergegeven
De console wordt uitge-
schakeld (slaapstand)
tijdens het gebruik
De console geeft de
foutmelding 'Err 1' weer
Het toestel schommelt/
staat niet gelijk
Losse pedalen/toestel
moeilijk om te trappen
Te controleren
Batterijen
Borstband (optioneel)
Batterijen borstband
Interferentie
Vervang de borstband
Vervang de console
Controleer de integriteit
van de datakabel
Controleer de
aansluitingen/oriëntatie
van de datakabel
Als de fiets gebruikmaakt
van batterijen, controleer
dan de batterijindicator
op de console of kijk de
batterijen na.
Controleer de positie van
de snelheidssensormag-
neet (hiervoor moet het
ventilatordeksel worden
verwijderd)
Controleer de
gemonteerde
snelheidssensor
Controleer of er geen
toets vastzit op het toet-
senbord van de console
Controleer de afstelling
van de stelpootjes
Controleer de vloer onder
het toestel
Controleer de aansluiting
tussen het pedaal en de
crank
Controleer de aansluiting
tussen de crank en de as
Vervang de batterijen
De borstband moet 'POLAR
Zorg ervoor dat de borstband direct contact maakt met de huid
en dat het contactvlak nat is.
Als de band is voorzien van vervangbare batterijen, plaats dan
nieuwe batterijen.
Probeer het toestel wat verder uit de buurt van storingsbronnen
(tv, magnetron, enz.) te plaatsen.
Als de storing is verholpen en de hartslagmeting nog niet
werkt, vervang dan de borstband.
Als de hartslagmeting nog altijd niet werkt, vervang dan de
console.
Alle draden in de kabel moeten intact zijn. Vervang de kabel
als u vaststelt dat er draden gekrompen of doorgesneden zijn.
Zorg dat de kabel veilig is aangesloten en goed georiënteerd
is. De kleine kabelsluiting op de connector moet juist zijn inge-
voerd en
vastklikken.
Zorg dat de batterijen correct zijn geïnstalleerd. Als de
batterijen correct zijn geïnstalleerd, vervang ze dan door
nieuwe batterijen.
De snelheidssensormagneten moeten op het ventilatorblok
bevestigd zijn.
De gemonteerde snelheidssensor moet gelijk worden gezet
met de magneten en met de datakabel worden verbonden. Ver-
plaats de sensor indien nodig. Vervang de sensor als u schade
vaststelt aan de sensor of de aansluitdraad.
Neem contact op met uw lokale verdeler voor verdere hulp.
De stelpootjes kunnen omhoog of omlaag worden gedraaid om
de fiets gelijk te zetten.
Het verstellen van de stelpootjes is mogelijk niet voldoende
in het geval van een extreem oneffen vloer. Verplaats de fiets
naar een effen ruimte.
Het pedaal moet stevig op de crank zijn gedraaid. Controleer of
de aansluiting niet verkeerd is vastgeschroefd.
De crank moet stevig op de as zijn gedraaid. (Aanhaalkoppel:
M8 = 40 N . m; M10 = 60 N . m)
Oplossing
'-compatibel en ongecodeerd zijn.
®
33