Automatisch uitschakelen (slaapstand)
Als de console in een tijdspanne van ongeveer 2 minuten geen enkele input ontvangt, dan wordt hij automatisch uitge-
schakeld. Het lcd-display is uitgeschakeld wanneer de console in de slaapstand staat.
Opmerking: De console heeft geen Aan/Uit-schakelaar.
Handmatige training
Met het handmatige programma kunt u een training starten zonder enige informatie in te voeren.
1. Ga op het toestel zitten.
2. Wanneer de console in de stand-bymodus staat, drukt u gewoon op de START/RESUME-toets om het trainingspro-
gramma te starten en begint u te trappen.
3. Om de training te pauzeren en uw trainingsgegevens te bekijken drukt u één keer op de STOP/RESET-toets. Druk op
START/RESUME om door te gaan.
4. Wanneer u klaar bent met uw training, drukt u twee keer op de STOP/RESET-toets om de training te beëindigen.
20/10 Interval-training
Op de console kunt u een intervaltraining kiezen van 20 seconden sprinten, gevolgd door 10 seconden herstellen (1 ron-
de). Het standaard ingestelde aantal rondjes is 8 rondes (totale tijd - 4 minuten).
1. Ga op het toestel zitten.
2. Druk op de toets 20/10 INTERVAL wanneer de console in de stand-bymodus staat.
3. Het ROUND-veld knippert (standaardwaarde is 8). Gebruik de Verhoog/Verlaag-toets om het aantal rondes te
wijzigen.
4. Druk op de START/RESUME-toets om de timer te starten en begin te trappen.
5. Het programma start in de sprintfase en telt elke fase en de totale trainingstijd af. De prestatie- en afstandswaarden
worden opgeteld. Er weerklinkt een hoorbaar alarm 3 seconden voor elke fasewijziging.
30/90 Interval-training
Op de console kunt u een intervaltraining kiezen van 30 seconden sprinten, gevolgd door 90 seconden herstellen (1 ron-
de). Het standaard ingestelde aantal rondjes is 8 rondes (totale tijd - 16 minuten).
1. Ga op het toestel zitten.
2. Druk op de toets 30/90 INTERVAL wanneer de console in de stand-bymodus staat.
3. Het ROUND-veld knippert (standaardwaarde is 8). Gebruik de toetsen Hoger/Lager om het aantal rondes te wijzigen.
4. Druk op de START/RESUME-toets om de timer te starten en begin te trappen.
5. Het programma start in de sprintfase en telt elke fase en de totale trainingstijd af. De prestatie- en afstandswaarden
worden opgeteld. Er weerklinkt een hoorbaar alarm 3 seconden voor elke fasewijziging.
Aangepaste intervaltraining
Op de console kunt u ook een aangepaste intervaltraining kiezen en uw eigen waarden voor sprinten, herstellen en aantal
rondes invoeren.
1. Ga op het toestel zitten en begin te trappen.
2. Druk op de toets CUSTOM INTERVAL wanneer de console in de stand-bymodus staat.
3. De console geeft de standaardwaarden of de laatste aangepaste waarden weer. Het ROUND-veld knippert.
Opmerking: De standaardwaarde voor de rondes is 5 (maximum is 99). De standaardwaarde voor sprinten is 60
(maximum is 99). De standaardwaarde voor herstellen is 60 (maximum is 99).
24