Het toestel verplaatsen
Het toestel kan door één of meerdere personen worden verplaatst, afhankelijk van hun fysieke mogelijkhe-
den en capaciteiten. Zorg dat u en de andere personen allemaal fysiek fit zijn en in staat zijn om het toestel
veilig te verplaatsen. Pas geschikte veiligheidsvoorzieningen en heftechnieken toe.
1.
Verwijder het stroomadapter.
2.
Bevestig de crankarm aan de zadelpen met de transport-
en immobilisatieriem (T).
3.
Gebruik de achterste stabilisator om het toestel
voorzichtig op de transportwielen te tillen.
Opmerking: Zorg dat het ventilatorblok niet over de vloer
sleept.
4.
Duw het toestel naar zijn plaats.
5.
Laat het toestel voorzichtig op zijn plaats zakken.
NB: Wees voorzichtig wanneer u het toestel verplaatst.
Abrupte bewegingen kunnen de werking van de
computer beïnvloeden.
Het toestel nivelleren
Het toestel moet worden genivelleerd als de trainingsruimte oneffen is. Aan weerszijden van de stabilisatoren bevinden
zich stelpootjes. Werkwijze voor het afstellen:
1.
Plaats het toestel in uw trainingsruimte.
2.
Stel de stabilisatievoetjes af totdat het toestel waterpas staat en de voetjes de vloer raken.
Verstel de stelpootjes niet te hoog,
waardoor ze loskomen of van het toestel
worden afgeschroefd. Dit zou lichamelijk
letsel of schade aan het toestel kunnen
veroorzaken.
Zorg dat het toestel waterpas staat en stabiel is
voordat u begint te trainen.
VOORDAT U VAN START GAAT
Voorvoethouder niet afgebeeld voor duidelijkheid
T
15