Advertenties
RIJSTROOKASSISTENT
1
2
Inschakelen/uitschakelen
Selecteer in het multifunctionele scherm 1:
"Voertuig", "Hulp bij het rijden", "Lane
Keeping" en daarna
schakelen of "OFF" om dit uit te schakelen.
Om direct naar het menu "Hulp bij het
rijden" te gaan, drukt u op de toets 2
.
2.52
(2/4)
Wanneer Rijstrookassistent is ingeschakeld,
wordt de functie "lane departure warning"
automatisch geactiveerd (raadpleeg de in-
formatie over "lane departure warning" in
hoofdstuk 2).
om dit in te
De functie wordt standaard uitgescha-
keld telkens wanneer de motor wordt
gestart.
Werking
Wanneer de functie is geactiveerd, worden
de correctie-indicatoren 3 van de strepen
links en rechts in het grijs weergegeven op
het instrumentenpaneel.
De functie is ingesteld om te reageren
wanneer:
3
– snelheid is tussen ongeveer 70 km/u en
en
– de correctie-indicatoren 3 zijn groen.
De functie reageert als de auto een lijn
nadert of overschrijdt zonder dat de richting-
aanwijzers worden ingeschakeld. In deze
gevallen:
– de functie activeert een corrigerende
– de aanduiding 3 aan dezelfde kant als de
Opmerking: bochten kunnen enigszins
worden afgesneden zonder dat de functie
wordt geactiveerd.
160 km/u;
actie op de stuurinrichting van de auto en
de verplaatsingsrichting;
overschreden lijn wordt oranje op het in-
strumentenpaneel.
U kunt op elk moment de controle over
auto weer overnemen door aan het
stuurwiel te draaien.
Advertenties
Hoofdstukken
