WAARSCHUWING BIJ VERLATEN VAN RIJSTROOK
1
Op basis van de informatie van de camera 1
waarschuwt de functie de bestuurder als
deze een doorgetrokken of onderbroken
streep kruist zonder de richtingaanwijzers te
activeren.
Opmerking: zorg ervoor dat de voorruit niet
is bedekt (door vuil, modder, damp enzo-
voort).
Voor auto's die hiermee zijn uitgerust,
wordt bepaalde informatie getoond op
het head-up display.
(1/4)
2
Deze functie is een extra hulp
tijdens het rijden. Deze func-
tie kan in geen geval de waak-
zaamheid en verantwoordelijk-
heid van de bestuurder vervangen; deze
moet altijd de controle over zijn auto be-
houden.
Met de waarschuwingsfunctie bij het
overschrijden van de wegmarkering
wordt de verplaatsingsrichting van
de auto niet gecorrigeerd.
Inschakelen/uitschakelen
Auto's zonder de functie
"Rijstrookassistent"
3
Op het bedieningsscherm 2 kiest u het
menu "Voertuig", "Hulp bij het rijden",
"Waarschuwing bij verlaten van rijbaan" en
kiest u vervolgens "ON" of "OFF".
Auto's met de functie
"Rijstrookassistent"
Vanuit het multifunctionele scherm 2: se-
lecteer "Voertuig","Hulp bij het rijden","Lane
Keeping" en selecteer
"Rijstrookassistent" te activeren of "OFF" om
deze te deactiveren.
U kunt ook de functie Rijstrookassistent ac-
tiveren (zie "Rijstrookassistent" in hoofd-
stuk 2).
Om direct naar het menu "Hulp bij het
rijden" te gaan, drukt u op de toets 3
.
om de functie
2.47