AANVULLENDE VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN VOORIN
Deze bestaan uit:
– zijgordel;
– krachtbegrenzers voor de bescher-
ming van de borstkas;
– frontale bestuurdersairbag.
Deze voorzieningen worden gelijktijdig of af-
zonderlijk, afhankelijk van de ernst van de
aanrijding, geactiveerd bij een frontale bot-
sing.
Afhankelijk van de ernst van de aanrijding,
kan het systeem de volgende middelen ac-
tiveren:
– de blokkering van de autogordel en de
zijgordel;
– de frontale airbag.
1.20
(1/3)
– Laat al deze veiligheidsvoor-
zieningen controleren na een
aanrijding.
– Het is streng verboden zelf
werkzaamheden uit te voeren aan
het gehele systeem (airbag, reken-
eenheden, bedrading) of deze in een
andere auto over te zetten.
– Om te voorkomen dat het systeem
ten onrechte in werking komt, mag
uitsluitend deskundig personeel van
de merkdealer aan de airbag werken.
– Het elektrische ontstekingsmecha-
nisme van de gordelspanners mag
uitsluitend door speciaal opgeleid
personeel met speciaal gereedschap
worden gecontroleerd.
– Laat het gaspatroon van de airbag
door een merkdealer verwijderen
voordat de auto wordt gesloopt.