Conformiteit met EN 50136-2:2013
Om compliantie met EN50136-2:2013 te garanderen, moet de communicator uitsluitend op een van de volgende twee manieren
(A en B) worden geconfigureerd en verbonden met een inbraakalarmpaneel:
A) PSTN-verbinding (het paneel moet de reactie van de ontvanger direct via PSTN bewaken)
PSTN: De communicatorklemmen LI worden aangesloten op de externe telefoonlijnklemmen van het paneel.
Klem T4, geconfigureerd als uitgang Tampers, wordt aangesloten op een ingang van het paneel (alleen modellen met
kunststof behuizing).
Klem T5, geconfigureerd als uitgang GSM Fault, wordt aangesloten op een ingang van het paneel.
Klem T3 geconfigureerd als ingang Panel Interconnection Present, wordt aangesloten op het paneelsignaal, om te
rapporteren dat het paneel aanwezig is, of op het signaal telefoonlijn aanwezig.
Klem T6, geconfigureerd als IP Receiver Fail, wordt aangesloten op de storingsingang van het paneel.
Op de programmeerpagina IP Receivers van de communicator — Specificeer een IP-ontvanger.
B) geen PSTN
Klem T4, geconfigureerd als uitgang Tampers plus Jamming Detect, wordt aangesloten op een ingang van het paneel
(alleen modellen met kunststof behuizing).
Klem T5, geconfigureerd als uitgang GSM Fault, wordt aangesloten op een ingang van het paneel.
Klem T1, geconfigureerd als ingang 'alarm/manipulatie', wordt aangesloten op de uitgang binnendringingsalarm/manipulatie
van het paneel.
Input 1 Event wordt gebruikt om de code van het inbraakalarm te verzenden.
Klem T2, die als ingang is geconfigureerd, wordt aangesloten op de storingsuitgang van het paneel.
Input 2 Event wordt gebruikt om de storingscode te verzenden.
Klem T6, geconfigureerd als uitgang IP Receiver Fail, wordt aangesloten op een ingang van het paneel.
Klem T3 geconfigureerd als ingang Panel Interconnection Present, wordt aangesloten op het paneelsignaal, om te
rapporteren dat het paneel aanwezig is.
De aardklem van de communicator moet worden aangesloten op een paneelingang om de verbinding tussen het paneel en
de communicator te detecteren.
Stel op de communicatorpagina Central Station Calls, voor de twee gebeurtenissen Input 1 Event en Input 2 Event
een Customer Code in en stel Channel Type in op CID/SIA: over Data Network. Specificeer een IP-ontvanger op de
pagina IP Receivers.
82
BIJLAGE
Universele mobiele/ethernetcommunicators