Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Johnson Controls Tyco DSC GS4015 Installatiehandleiding pagina 54

Universele mobiele/ethernetcommunicators 2.00
Inhoudsopgave

Advertenties

 Default Gateway: Voer het IP-adres voor de lokale gateway
met een pc buiten het LAN (Ethernet): de netwerkbeheerder verschaft deze informatie. Fabrieksinstelling: 192.168.0.1.
Deze optie wordt vergrendeld als de optie Obtain an IP address automatically is ingeschakeld.
 DNS Server Address: Voer het IP-adres in voor de DNS-server: de netwerkbeheerder voorziet in deze informatie.
Fabrieksinstelling: 8.8.8.8 (google).
Deze optie wordt vergrendeld als de optie Obtain an IP address automatically is ingeschakeld.
 Ethernet speed configuration: Selecteer de snelheid van de ethernetinterface voor de communicator.
 Automatisch (fabrieksinstelling);
 10 Mbps, half-duplex;
 100 Mbps, half-duplex;
 10 Mbps, full-duplex;
 100 Mbps, full-duplex.
App Server
De opties in de sectie App Server zijn voor het instellen van de communicator voor communicatie met de app via het mobiele of
ethernetkanaal, zoals hieronder is aangegeven.
 IP address: Dit is het IP-adres van de app-server dat in de fabriek is ingesteld. Wijzig indien nodig dit IP-adres. Het kan een
numerieke of letterlijke waarde zijn.
 Ethernet Remote Port: Dit is de door de app-server gebruikte luisterpoort via het ethernetkanaal. Wijzig deze poort alleen
indien dit door de app-server wordt vereist. Deze moet in ieder geval verschillend zijn van externe poorten van de ontvangers
en van de Cellular Remote Port. Fabrieksinstelling: 1303.
 Cellular Remote Port: Dit is de door de app-server gebruikte luisterpoort via het mobiele kanaal. Wijzig deze poort alleen
indien dit door de app-server wordt vereist. Deze moet in ieder geval verschillend zijn van externe poorten van de ontvangers
en van de Ethernet Remote Port. Fabrieksinstelling: 1304.
 Eth/Cellular Local Outgoing Port: Dit is de door de communicator gebruikte uitgaande poort om te communiceren met
de app-server. Nul betekent dat de communicator deze waarde automatisch instelt. Voer een vaste waarde in als de regels
voor het lokale netwerk enige uitgaande poort blokkeren. Als u een andere waarde dan nul invoert, moet deze verschillen
van de Eth/Cellular Local Outgoing Port die is ingesteld voor DLS. Fabrieksinstelling: 0.
 Channel Priority: Selecteer het door de communicator gebruikte kanaal voor communicatie met de app-server.
 Cellular Only: de communicator gebruikt het mobiele kanaal voor communicatie met de app-server.
 Ethernet Only: de communicator gebruikt het ethernetkanaal voor communicatie met de app-server.
 Ethernet Primary, Cellular Backup: de communicator gebruikt het ethernetkanaal voor communicatie met de app-
server en het mobiele kanaal als de ethernetcommunicatie ontbreekt.
Fabrieksinstelling: Cellular Only.
 All CID Events to App Server: Als dit is ingeschakeld, worden alle contact-ID-gebeurtenissen van het op de
communicator aangesloten paneel doorgeschakeld naar de app. Fabrieksinstelling: uitgeschakeld.
 Ethernet Init encryption key: Dit is de codeersleutel die bij de eerste communicatie met de app-server op het
ethernetkanaal wordt gebruikt. Wijzig deze codeersleutel alleen indien dit door de app-server wordt vereist.
Fabrieksinstelling: 12345678123456781234567812345678.
 Cellular Init encryption key: Dit is de codeersleutel die bij de eerste communicatie met de app-server op het mobiele
kanaal wordt gebruikt. Wijzig deze codeersleutel alleen indien dit door de app-server wordt vereist. Fabrieksinstelling:
12345678123456781234567812345678.
1.
Een gateway is een netwerkapparaat met als voornaamste functie het verzenden van gegevenspakketten naar
buiten naar een lokaal netwerk (LAN); de hardware die deze taak uitvoert is meestal een router.
54
1
in, dat door de communicator wordt gebruikt om te verbinden
Universele mobiele/ethernetcommunicators

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave