Als de optie Digits to Remove is ingeschakeld en het paneel een nummer belt waarvoor CID/SIA Event Conversion is
ingeschakeld (zie Phonebook), dan moet het telefoonnummer in het telefoonboek overeenkomen met het op het paneel
geprogrammeerde nummer (inclusief kengetal), zodat de communicator het kan omzetten.
Black List Enabled: als dit is ingeschakeld, dan schakelt de communicator ALLEEN oproepen afkomstig van
telefoonnummers met ingeschakelde optie White List door naar op klemmen LI aangesloten apparatuur (zie
"Phonebook" op pagina 47).
Deze optie beïnvloedt ALLEEN oproepen via het mobiele kanaal; inkomende oproepen naar de klemmen LE van de
communicator worden ALTIJD doorgeschakeld naar de klemmen LI.
De functie Black List GECOMBINEERD met Activate Output bij nummerherkenning stelt het weigeren van oproepen
enkele seconden uit. De bevestigingstoon die bij nummerherkenning wordt geassocieerd met Activate Output stelt het
weigeren van oproepen enkele seconden uit. Als de oproep onmiddellijk wordt geweigerd, is de uitgang niet geactiveerd.
Tones: selecteer het land waar de communicator is geïnstalleerd; het geselecteerde land zal een toereikende serie
parameters instellen voor de juiste werking van de gesimuleerde telefoonlijn.
Roaming Enabled: stelt de communicator in staat om te verbinden met een andere mobiele dienstverlener als die van de
simkaart van de communicator niet beschikbaar is.
Er kunnen aanvullende kosten in rekening worden gebracht.
Priorities
U kunt met deze opties de prioriteiten van de handelingen van de communicator configureren.
Dialer / LI Priority: definieert de prioriteit van de handelingen van de communicator (zie Dialer Events Priority) en
de LI (berichten die worden verzonden door op de klemmen LI aangesloten apparaten, zoals een inbraakalarmpaneel).
Fabrieksinstelling: Dialer High, LI low.
Dialer Events Priority: stelt de prioriteit in voor de handelingen van de communicator, die als volgt worden beschreven.
Digital Calls: Het via het mobiele kanaal verzenden van de contact-ID- of SIA-berichten van de communicator naar PSTN-
ontvangers.
Push Application: Het verzenden van meldingen van de communicator naar de app.
Ring: Het verzenden van de bevestigingstoon voor het activeren van de uitgang van de communicator.
Rx: Het via het mobiele of ethernetkanaal verzenden van de contact-ID- of SIA-berichten van de communicator naar IP-
ontvangers.
SMS: Het via het mobiele kanaal verzenden van sms-berichten van de communicator.
Voice Calls: het via het mobiele kanaal verzenden van spraakberichten van de communicator.
Fabrieksinstelling: 1: Bellen; 2: Digitale oproepen; 3: Spraakoproepen; 4: sms; 5: Rx; 6: Push-toepassing.
Generic
In deze sectie wordt het volume van de luidspreker en microfoon van de communicator ingesteld.
Speaker Volume: stelt het luidsprekervolume van de communicator in: wijzig deze instelling als het op de klemmen LI
aangesloten paneel van de communicator de DTMF-commando's niet kan decoderen.
Microphone Volume: het microfoonvolume van de communicator instellen: wijzig deze instelling als de gebruiker de
spraakberichten niet kan begrijpen die worden verzonden door het paneel dat is aangesloten op klemmen LI van de
communicator of door de communicator zelf.
Een hoger ingesteld microfoonvolume kan de DTMF-tonen van de op klemmen LI aangesloten apparatuur verstoren,
waardoor onbegrijpelijk worden.
GS4015/GS4005/3G4005/TL405LE
51