Het bedieningspaneel
gebruiken
A-61995_nl April 2022
De operator kan via het bedieningspaneel verschillende functies uitvoeren.
Wanneer er achter de optie een pijl staat, kunt u die functie selectere door op
de knop
op het bedieningspaneel te drukken. Hierna wordt een ander
scherm geopend waarin u nog meer keuzes kunt maken.
Meer informatie en procedures voor het gebruik van deze functies vindt u in de
volgende secties. Hierna volgt een beschrijving van de knoppen op het
bedieningspaneel.
1
2
3
4
5
1
Het scherm van het Bedieningspaneel: toont menu-items,
documenttellers, papierstatus en scannerstatus en -
gebeurtenissen.
2
Selecteren: voert de bewerking uit die in het menu geselecteerd
is.
3
Omhoog: scrollt het menu één onderdeel omhoog.
4
Omlaag: scrollt het menu één onderdeel omlaag.
5
Starten/Pauzeren: start het scannen of pauzeert de scantaak.
6
Stoppen: stopt de scanner.
7
Ga terug/Opnieuw scannen: door het indrukken van deze
knop verschijnt het vorige scherm.
OPMERKING: wanneer u de optie Interactief herstel voor multi-
invoer gebruikt, kunt u op deze knop drukken om een document
opnieuw te scannen.
7
6
21