•
Volgt uitgaande draad (3-2-1)
Deze functie betekent dat Automower kan
worden ingesteld om vanuit het laadstation de
begrenzingsdraad te volgen om een afgelegen
stuk van de tuin te bereiken. Deze functie is
goed bruikbaar bij tuinen waar bijv. de voor- en
achterkant met elkaar zijn verbonden door een
passage waar het laadstation niet kan staan.
Als de functie is geactiveerd, volgt Automower
de begrenzingslus weg van het laadstation in de
ingestelde richting. Als hij het gebied heeft
bereikt, begint hij te maaien.
U kunt maximaal drie afgelegen gebieden
activeren: Gebied 1, Gebied 2 en Gebied 3. Voor
het activeren van een gebied moeten drie
waarden worden aangegeven:
• Richting
Geef rechts of links aan, afhankelijk van waar
het gebied ligt ten opzichte van het laadstation.
De richting berekent u vanaf het laadstation
gezien in de inrijrichting van de maaier. In het
bovenstaande voorbeeld is de richting links.
Richting volgens begeleiding kan worden
aangegeven als er een begeleidingskabel is
geïnstalleerd. De maaier volgt dan de
begeleidingskabel in plaats van de
begrenzingslus.
• Afstand
Geef vanaf het laadstation het aantal meters
aan langs de begrenzingsdraad of
geleidingsdraad naar de plaats in het afgelegen
gebied waar de maaier van de
begrenzingsdraad af moet komen om
onregelmatig te gaan maaien.
Tip!
Gebruik de functie Test volg draad UIT
(3-2-5) (zie bladzijde 59) om te ontdekken hoe
lang de afstand naar het afgelegen gebied is.
De afstand, aangegeven in meters, verschijnt in
het display van de maaier.
Volgt uitg. draad
Volg draad in
Max. afst. tot draad
Test volg draad IN
Test volg draad UIT
3-2-1
Gebied 1
Gebied 2
Gebied 3
Richting
Afstand
Aandeel
Automower from
6. Menufuncties
3012-520
Gebied 1
Gebied 2
Gebied 3
Richting
Afstand
Aandeel
Rechts
Links
Begel.
55
™