•
Extra elektrische accessoires kun-
nen het bestaande elektrische
systeem
overbelasten.
overbelasting kan de bedrading
beschadigen of kan gevaar ople-
veren als gevolg van het uitvallen
van de stroom wanneer de motor-
fiets in gebruik is.
•
Trek geen aanhangwagen of een
zijspan. Deze motorfiets is niet
ontworpen voor het trekken van
een aanhangwagen of zijspan.
LAADLIMIET
WAARSCHUWING
Overbelading of verkeerde bela-
ding kan resulteren in verlies van
de controle over de motorfiets met
een ongeluk tot gevolg.
Neem alle laadlimieten en bela-
dingsrichtlijnen in deze handlei-
ding in acht.
Overschrijd nooit het MTT (maximaal
toelaatbare totaalgewicht) van deze
motorfiets. Het MTT is het totale
gewicht van de machine, accessoires,
nuttige belastingen, de bestuurder en
de passagier tesamen. Denk bij het
uitkiezen van accessoires aan het
gewicht van de bestuurder en ook
aan het gewicht van de andere acces-
soires. Het extra gewicht van de
accessoires kan niet alleen onveilige
rijomstandigheden veroorzaken, maar
kan ook een nadelige invloed hebben
op de stabiliteit van de motorfiets.
MTT: 460 kg
bij bandenspanning (indien koud)
Voor: 225 kPa (2,25 kgf/cm
Achter: 280 kPa (2,80 kgf/cm
Zware
Rijden met het voertuig met over-
schrijding van het maximaal toe-
gelaten massa kan resulteren in
een beschadiging of defect van de
onderdelen van het aandrijfsys-
teem.
Let op dat de voorwaarden opge-
geven voor het maximaal toegela-
ten
overschreden bij belading of rij-
den met het voertuig.
RICHTLIJNEN VOOR DE
BELADING
Deze motorfiets kan kleine voorwer-
pen vervoeren wanneer u niet met
een passagier rijdt. Volg de onder-
staande richtlijnen wanneer u een
passagier of bagage vervoert:
•
•
•
•
•
•
)
2
)
2
1-3
LET OP
massa
Verdeel de bagage gelijk over de
linker- en de rechterkant van de
motorfiets en maak deze goed vast.
Zorg dat het gewicht van de
bagage zo laag mogelijk is en
houd dit ook zo dicht mogelijk bij
het midden van de motorfiets.
Bevestig geen grote of zware
voorwerpen aan het stuur, de
voorvork of het achterspatscherm.
Monteer geen bagagedrager of
een bagagekoffer die over het
achtereind van de motorfiets uit-
steekt.
Vervoer ook geen voorwerpen die
over het achtereind van de motor-
fiets uitsteken.
Controleer of beide banden de
juiste bandenspanning hebben
voor de belading van de motor-
fiets. Zie blz. 6-33.
niet
worden