TIPS VOOR HET RIJDEN
STARTEN VAN DE MOTOR
Ga op de motorfiets zitten en klap de
zijstandaard in, of zet de motorfiets op
de middenstandaard. Steek de con-
tactsleutel in het contactslot en draai
de sleutel naar de "ON" stand. Scha-
kel de remblokkering in.
WAARSCHUWING
Verkeerd starten van de motor kan
gevaarlijk zijn. Als u de motor
start zonder dat de remblokkering
wordt gebruikt, kan de motorfiets
vooruit gaan bewegen zodra de
motor aanslaat.
Gebruik altijd de remblokkering en
trek de achterremhendel in voor-
dat u de motor start.
OPMERKING: Deze motorfiets is uit-
gerust met blokkeersysteem voor het
contactslot en het startcircuit. De
motor kan alleen gestart worden wan-
neer de zijstandaard volledig is inge-
klapt.
OPMERKING: Het brandstoftoevoer-
systeem stopt de motor wanneer de
motorfiets omvalt. Schakel het con-
tact eerst uit voordat u de motor
opnieuw start.
Wanneer de motor koud is:
1. Trek de voor- of achterremhendel
in.
2. Sluit het gas volledig en druk op
de elektrische startschakelaar om
de motor te starten.
3. Nadat de motor aanslaat, laat u
de motor draaien totdat deze vol-
doende is opgewarmd.
Wanneer de motor warm is:
1. Trek de voor- of achterremhendel
in.
2. Sluit het gas volledig en druk op
de elektrische startschakelaar om
de motor te starten.
3. Nadat de motor aanslaat, laat u
de motor draaien totdat deze vol-
doende is opgewarmd.
Wanneer een warme motor moeilijk
gestart kan worden:
1. Trek de voor- of achterremhendel
in.
2. Draai het gas ongeveer 1/8 tot 1/4
slag open en druk op de elektri-
sche startschakelaar.
3. Nadat de motor aanslaat, laat u
de motor draaien totdat deze vol-
doende is opgewarmd.
5-2