Hoe het ABS werkt
Het ABS werkt door het elektronisch
regelen van de remdruk. Een compu-
ter bewaakt het wieltoerental. Zodra
de computer waarneemt dat een
geremd wiel plotseling tot stilstand is
gekomen, wat duidt op een slipsitua-
tie, zal de computer de remdruk ver-
minderen om te voorkomen dat het
wiel blokkeert. Het ABS werkt auto-
matisch, dus er is geen speciale rem-
techniek vereist. U hoeft alleen de
voorremhendel en de achterremhen-
del in te knijpen met een kracht over-
eenkomstig het gewenste remeffect,
zonder dat met de hendels wordt
gepompt. Het is normaal dat de rem-
hendels pulseren tijdens de werking
van het ABS.
Niet-aanbevolen banden kunnen het
wieltoerental beïnvloeden waardoor
de computer mogelijk niet juist werkt.
Het ABS werkt niet bij erg lage snel-
heid, minder dan 8 km/uur, en werkt
ook niet als de accu leeg is.
Stoppen en parkeren
1. Draai de gasgreep helemaal van u
af om het gas helemaal te sluiten.
2. Gebruik de voor- en achterrem
gelijktijdig en in gelijke mate.
WAARSCHUWING
Onervaren rijders hebben de nei-
ging te weinig gebruik te maken
van de voorrem. Dit kan ertoe lei-
den dat uw remweg zeer lang
wordt en kan resulteren in een
botsing. Als u uitsluitend gebruik
maakt van de voor- of achterrem,
kan dit ertoe leiden dat u slipt of
dat u de controle over de motor-
fiets verliest.
Trek beide remhendels gelijkmatig
en tegelijkertijd in.
WAARSCHUWING
Als u hard remt terwijl u een bocht
neemt, kan dit ertoe leiden dat de
wielen slippen en dat u de con-
trole over de motorfiets verliest.
Rem voordat u de bocht aansnijdt.
WAARSCHUWING
Als u hard remt op een natte,
losse, ruwe of anderszins gladde
ondergrond, kan dit ertoe leiden
dat de wielen slippen en dat u de
controle over de motorfiets ver-
liest.
Rem licht en voorzichtig op een
gladde of onregelmatige onder-
grond.
5-7