OLIEKDRUK-
VERKLIKKERLAMPJE "" 4
Dit lampje gaat branden wanneer de
motoroliedruk beneden het normale
werkingsbereik daalt. Het lampje
brandt wanneer het contactslot in de
"ON" stand staat en de motor niet
draait. Zodra de motor wordt gestart,
moet het lampje uitgaan.
LET OP
Als u nadat de motor is gestart de
gasgreep opendraait of met de
motorfiets rijdt terwijl het olie-
drukverklikkerlampje brandt, kan
de motor beschadigd raken.
Zorg dat de oliedrukverklikker-
lampje uit is voordat u het gas
bedient of met de motorfiets rijdt.
LET OP
Rijd niet met de motorfiets terwijl
het
oliedruk-verklikkerlampje
brandt, want dit kan resulteren in
ernstige beschadiging van de
motor en de transmissie.
Als het oliedruk-verklikkerlampje
gaat branden, duidt dit op een
lage oliedruk en moet u de motor
onmiddellijk afzetten. Controleer
het oliepeil en vul indien nodig
olie bij. Als er voldoende olie aan-
wezig is maar het lampje niet uit-
gaat, moet u een officiële Suzuki-
dealer of een vakkundige monteur
de motorfiets laten nakijken.
KOELVLOEISTOFTEMPERATUUR-
METER "" 5
De
koelvloeistoftemperatuur
aangegeven door een temperatuurin-
dicator bestaande uit LCD-segmen-
5
ten
koelvloeistoftemperatuur-markering.
Wanneer
de
tuur hoger dan 120°C wordt, gaan
alle vijf LCD-segmenten branden en
knippert de koelvloeistoftemperatuur-
markering. Als alle vijf LCD-segmen-
ten voor de temperatuuraanduiding 5
gaan branden en de koelvloeistoftem-
peratuur-markering knippert, zet u de
motor af, wacht dan totdat de motor is
afgekoeld en controleert vervolgens
het koelvloeistofpeil.
LET OP
Rijden met de motorfiets terwijl de
koelvloeistoftemperatuur-marke-
ring knippert, kan resulteren in
ernstige beschadiging van de
motor als gevolg van oververhit-
ting.
Als de koelvloeistoftemperatuur-
markering knippert, zet u de motor
af en laat deze afkoelen. Laat de
motor pas weer draaien wanneer
de koelvloeistoftemperatuur-mar-
kering uitgaat.
2-9
wordt
en
koelvloeistoftempera-
een