DOP VAN BENZINETANK
Open het deksel.
Steek de sleutel naar binnen en draai
deze naar rechts om de dop van de
benzinetank te openen. Terwijl de
sleutel op de plaats blijft, tilt u de dop
met de sleutel omhoog en daarna
verwijdert u de dop. Om de dop van
de benzinetank aan te brengen, richt
u het driehoekje naar u toe en lijnt
dan de geleidepennen van de dop uit.
Duw de dop van de benzinetank naar
beneden totdat de vergrendelpennen
op de plaats vastklikken. De contact-
sleutel moet in het slot van de dop zit-
ten voordat de dop weer wordt
aangebracht.
Vul de brandstoftank altijd met verse
benzine. Gebruik geen benzine die al
een tijd staat en vervuild kan zijn door
stof, vuil, water of andere vloeistoffen.
Let bij het vullen van de tank goed op
dat er geen stof, vuil of water in de
brandstoftank kan komen.
OPMERKING: De benzinetank is
voorzien
van
rondom de vulhals van de benzine-
tank om eventuele druk te laten ont-
snappen wanneer de benzinetank te
heet wordt. De drukregulateur van de
benzinetank kan een fluitend geluid
voortbrengen wanneer deze de opge-
bouwde druk laat ontsnappen.
OPMERKING:
•
Tijdens het tanken moet u het uit-
einde van het benzineslangmond-
stuk tegen de dwarsstang in de
vulhals houden, zoals aangege-
ven in de afbeelding.
•
Stop met tanken wanneer de ben-
zinepomp automatisch afslaat. Vul
hierna geen "extra" benzine meer
bij. De benzine kan dan uitzetten
wanneer de temperatuur toe-
neemt.
2-28
een
drukregulateur