STANDAARD
Deze motorfiets is uitgerust met een
middenstandaard en een zijstan-
daard.
MIDDENSTANDAARD 1
Om de motorfiets op de middenstan-
daard te zetten, plaatst u uw voet op
de verlenging van de standaard en
schommelt de motorfiets dan naar
achteren en omhoog door met uw
rechterhand aan de passagiershan-
drail te trekken terwijl u het stuur met
uw linkerhand in de rechtvooruitstand
houdt.
OPMERKING: De transmissie werkt
niet wanneer de motorfiets op de mid-
denstandaard staat. Rijd met de
motorfiets om te controleren of de
transmissie juist schakelt.
ZIJSTANDAARD 2
De motor is uitgerust met een blok-
keersysteem om het contactcircuit te
onderbreken wanneer de zijstandaard
uitgeklapt is.
De
zijstandaard/contactcircuit-blok-
keersysteem werkt als volgt:
•
De motor kan niet gestart worden
als de zijstandaard uitgeklapt is.
•
De
motor
draaiende motor de zijstandaard
uitgeklapt wordt.
WAARSCHUWING
Als de zijstandaard niet volledig is
ingeklapt, kan dit resulteren in een
ongeluk wanneer u een bocht naar
links maakt.
Controleer de werking van het zij-
standaard/contactcircuit-blokkeer-
systeem voordat u wegrijdt. Zorg
ervoor dat de zijstandaard volledig
is ingeklapt voordat u wegrijdt.
LET OP
Parkeer de motorfiets op een ste-
vige,
vlakke
ervoor te zorgen dat de motorfiets
niet omvalt.
Als u moet parkeren op een hel-
ling, dient u de voorkant van de
motorfiets bergop te richten en de
remvergrendeling in te schakelen,
om de kans dat de motorfiets van
de zijstandaard rolt te verkleinen.
Voor een optimale stabiliteit raden
wij u aan de motorfiets op de mid-
denstandaard te zetten.
2-33
slaat
af
als
ondergrond
om
met