Installatie en Onderhoud
3.2.2 Montage op een QL 3-wegklep
1) verwijder de servomotor borgmoer van de klep
2) schroef de klepsteelborgmoer 2x klepsteeldiameters op de klep-
steel
3) zorg dat de spindel volledig teruggetrokken is in de actuator en
dat de hendel open geklikt is zodat de veer op zijn plaats blijft.
4) schroef de adaptor op de klepsteel en draai de klepsteelborg-
moer vast om de adaptor op zijn plaats te houden.
5) verzeker u dat de centreer adaptor over de schroefdraad op het
deksel van de klep geplaatst is (meegeleverd met de QL klep.
6) plaats de montageflens en servomotor over de draad op het
deksel van de klep/centreer adaptor.
7) plaats de servomotor borgmoer terug en span aan.
(50 Nm voor M30).
8) Duw de klemring omhoog tot hij klikt.
9) gebruik de hendel op de spindel naar omlaag te bewegen tot de
klem zicht vastzet op de adaptor.
10) vouw de hendel terug.
P
1
Waarschuwing
Bij montage van servomotor op de klep terwijl
in de leiding, zorg dat de druk 0 is.
P
= P
= P
= 0 bar
1
2
3
IM-P344-01 / CTLS-BEn-08
P
2
P
3
3.3 Elektrische bedrading
Waarschuwing
Dit is een klasse A product. Het kan radio
interferentie veroorzaken. In dat geval kan de
operator verzicht worden om maatregelen te treggen
USA, CANADA
Waarschuwing
Dit product is bedoeld om gevoed te worden met
een "krachtbron klasse 2". Toegelaten draadgrootte:
AWG 14-15. Alle stuursignalen en uitgangen zijn
klasse 2 AC/DC.
3-4 Nm
Belangrijk
1) Lees hoofdstuk 1 "Algemene veiligheidsinformatie" voor de
servomotor van voeding te voorzien.
2) Trage zekeringen moeten voorzien worden in alle fasen, maar
niet in de aarding.
3) De interne aarding moet verbonden worden met de aarding
van de installatie. De integriteit van de aarding van de
installatie niet in het gedrang komen door het afschakelen of
verwijderen van andere apparaten.
4) Gebruik 1,5 mm² draad voor de voeding, dubbel geïsoleerd
zoals beschreven in IEC 60364 (of equivalent); indien de
draden bloot liggen.
5) Verhoog de draadoppervlakte volgens de lengte van de
hoogspanningslijn..
6) Dimensioneer de veiligheidstransformator in de voedingslijn
correct.
7) Inschakelstromen mogen niet leiden tot een te hoge
spanningsval.
AEL3
- 5 / 30 -