Installatie en Onderhoud
4. Ingebruikname
1. Controleer dat de spanning van de actuator correspondeert met wat ter beschikking is.
2. Controleer dat de bedrading correspondeert met de mogelijkheden in hoofdstuk 3.3, 3.7 of 3.11.
3. Controleer of de samenbouw van klep en actuator uitgevoerd is volgens de instructies in hoofdstuk 3.2.
5. Onderhoud
Zorg ervoor dat de elektrische spanning afgeschakeld is bij onderhoudswerken aan actuator of klep.
Er zijn geen wisselstukken voor deze actuator.
IM-P344-01 / CTLS-BEn-08
AEL3
- 27 / 30 -