12
NL
BUITEN BEDRIJF STELLEN / VERWIJDEREN
12.1 Buiten bedrijf stellen (stilleggen)
Een aanhangwagen die wordt stilgelegd (buiten
bedrijf wordt gesteld), mag niet meer op de
openbare weg of een openbaar terrein staan.
Om na stilleggen opnieuw in gebruik genomen te
worden, dient er eerst opnieuw een technische
inspectie plaats te vinden. Indien geen gebreken
geconstateerd kan tegen vertoon van het
inspectierapport de aanhangwagen opnieuw in
bedrijf gesteld worden.
Per land kan de regelgeving voor het buiten bedrijf
stellen van een aanhangwagen verschillen.
Informeer u als gebruiker zelf over de van
toepassing zijnde regelgeving. Bijvoorbeeld voor
NL op www.RDW.nl of en voor BE
www.mobilit.belgium.be
Algemene richtlijnen:
Beveilig de aanhangwagen tegen
onbevoegd gebruik door derden. Gebruik
bijvoorbeeld blokkeringen tegen
wegrijden.
Parkeer zo en daar waar geen gevaar voor
derden kan ontstaan.
Gebruik wielkeggen.
Verwijder milieubelastende componenten
als de accu en olie.
WAARSCHUWING MILIEUVERVUILING!
Aanhangwagens hebben milieubelastende
materialen en substanties die een afzonderlijke,
gecontroleerde afvalverwijdering nodig hebben.
Dump milieubelastende materialen nooit
bij het huisvuil of in de omgeving.
Verwijderen en afvoer van materialen
dient plaats te vinden conform de
nationale wetgeving
12.2 Verwijderen (slopen)
Voor het verwijderen/slopen van de
aanhangwagen kunt u zich richten tot een erkend
sloopbedrijf. Eventueel kunt u ook zelf de
aanhangwagen slopen. De regelgeving verschilt per
land. Informeer u over de van toepassing zijnde
regelgeving op www.RDW.nl of
www.mobilit.belgium.be
Algemene richtlijnen:
Draag tijdens het demonteren
beschermende kleding, handschoenen,
veiligheidsschoenen en een veiligheidsbril.
Breng milieubelastende componenten als
de accu en olie naar een erkende sloperij
of naar een milieustraat/containerpark.
Verwijder na de werkzaamheden grondig
de resten van hydraulische olie en
smeermiddelen van de handen.
Verwijder milieubelastende materialen
volgens de nationale voorschriften.
Afgewerkte olie, smeervetten, lappen met
olie en slangen moeten in hiervoor
geschikte vaten worden afgetapt of
gegooid.
55